In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor, ingediend door Digitalis B.V. tegen Stichting Cavari Clinics IC en [gedaagde sub 2]. Digitalis verzocht om een voorlopig getuigenverhoor omdat zij meende dat [gedaagde sub 2] niet als een redelijk bekwaam en handelend bestuurder had gehandeld, wat zou hebben geleid tot schade voor zowel Cavari Clinics als Digitalis. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet voldoet aan de wettelijke eisen voor toewijzing. De rechtbank stelde vast dat Digitalis onvoldoende belang had bij het verzoek, aangezien de stichting geen bestuurder is van Cavari Clinics en Digitalis geen vordering op de stichting had. Bovendien was het onduidelijk welke concrete feiten en omstandigheden zouden kunnen leiden tot een beslissing over bestuurdersaansprakelijkheid van [gedaagde sub 2]. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en Digitalis veroordeeld in de proceskosten van de procedure, die zijn vastgesteld op € 1.126,00.