ECLI:NL:RBNNE:2021:3534
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van buitensporigheid van werkomstandigheden in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, werkzaam bij de gemeente Tynaarlo, en het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo. Eiseres had verzocht om erkenning van aansprakelijkheid voor materiële en immateriële schade die zij zou hebben geleden door buitensporige werkomstandigheden. De rechtbank oordeelde dat verweerder, het college, de buitensporigheid van de werkomstandigheden opnieuw mocht toetsen, ondanks een eerder besluit uit 2013 waarin de buitensporigheid was erkend. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat haar werkomstandigheden objectief bezien een buitensporig karakter droegen. De rechtbank volgde de argumentatie van verweerder en de commissie bezwaarschriften, die stelden dat de omstandigheden niet als buitensporig konden worden gekwalificeerd. Eiseres had problemen ervaren op de werkvloer, waaronder een verziekte sfeer en ongewenst gedrag van een collega, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om te spreken van buitensporigheid. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de verzoeken om schadevergoeding af.