ECLI:NL:RBNNE:2021:1465
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van schadevergoeding voor aardbevingsschade door mijnbouwactiviteiten met betrekking tot schoorsteen en vochtplekken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Instituut Mijnbouwschade Groningen over een schadevergoeding voor aardbevingsschade. Eiseres had een aanvraag ingediend voor schadevergoeding wegens schade aan haar woning, veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten. In het primaire besluit van 20 februari 2020 werd een schadevergoeding van €13.413,27 toegekend, maar dit besluit werd later door verweerder herzien zonder toepassing van hoor en wederhoor. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat haar bezwaar ongegrond verklaarde.
Tijdens de zitting op 15 maart 2021 is eiseres bijgestaan door haar gemachtigde en een aannemer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade aan de schoorsteen en de vochtplek achter de cv-ketel in geschil zijn. Eiseres betoogde dat de schoorsteen los was gekomen van de achterwand en dat de schade niet adequaat was hersteld. De rechtbank oordeelde dat het herziene besluit van verweerder niet zorgvuldig was, omdat het was gebaseerd op nieuwe rapportage zonder dat eiseres de kans had gekregen om hierop te reageren. De rechtbank vernietigde het herziene besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de deskundigen concludeerden dat de schade aan de schoorsteen voldoende kon worden hersteld.
De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het betaalde griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van hoor en wederhoor in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met deskundigenadviezen.