In deze zaak heeft eiseres, Schipper Recycling Blijham B.V., op 3 mei 2019 beroep ingesteld tegen een last onder dwangsom die door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen was opgelegd. Deze last hield verband met milieuvoorschriften en dwangsommen die eiseres moest voldoen. Op 16 juli 2019 heeft de rechtbank eiseres failliet verklaard. De curator heeft vervolgens op 23 december 2019 meegedeeld dat hij de beroepsprocedure niet wenste over te nemen. Op 8 januari 2020 heeft verweerder verzocht om ontslag van instantie, wat door de rechtbank aan eiseres ter beoordeling is voorgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van verweerder om van de instantie te worden ontslagen zwaarder weegt dan het belang van eiseres bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de last onder dwangsom inmiddels was uitgewerkt en dat eiseres geen eigen belang meer had dat voldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 28 februari 2020.