Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van 25 mei 2020
[verzoeker 2]geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] beiden wonende te [woonplaats 1] , hierna te noemen: verzoekers,
[verweerder 2]beiden wonende te [woonplaats 2] (Duitsland), vertegenwoordigd door mr. J.A.M. Janssen te Groningen, hierna te noemen: [verweerder 1] .
PROCESGANG
- [verzoeker 1] verzoeker;
- [verzoeker 2] verzoekster;
- C.B.J. Glas, gemachtigde van verzoekers;
- [werknemer] , als bedrijfsadviseur werkzaam bij UNO, namens verzoekers;
- mr. J.A.M. Janssen, advocaat van [verweerder 1] .
- een verweerschrift;
- een reactie op het verweerschrift met bijlagen.
RECHTSOVERWEGINGEN
bis-Verordening). In artikel 1 lid 2 onder b is weliswaar bepaald dat de verordening niet van toepassing is op “het faillissement, akkoorden en andere soortgelijke procedures”, maar hieronder dienen uitsluitend vorderingen die rechtstreeks voortvloeien uit een insolventieprocedure en daarmee nauw samenhangen te worden verstaan (vgl. HvJ EU 19 april 2012, ECLI:EU:C:2012:215).
bis-Verordening is het gerecht van de lidstaat waar de verweerder verschijnt bevoegd, tenzij dat verschijnen uitsluitend dient om de bevoegdheid van het gerecht te betwisten of tenzij sprake is van één van de in artikel 24 Brussel I
bis-Verordening genoemde kwesties.
bis-Verordening genoemde aangelegenheden zich voordoet en [verweerder 1] de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet heeft betwist, acht de rechtbank Noord-Nederland zich bevoegd van het verzoekschrift kennis te nemen.
- toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, zoals subsidiair verzocht;
- faillissement;
- executie van het Arrest.