Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Zwolle, verweerder
de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.
Procesverloop
Overwegingen
(…).
3.1.4 Conclusie
€ 5.982
economischeactiviteit. Het stakingsverlies dat eiseres in 2014 zou lijden als gevolg van de staking van een IB-onderneming is enkel het gevolg van de fiscale wet- en regelgeving (het is een 'papieren' verlies). Het door een overgang van de woning te behalen, negatieve
fiscaleresultaat moet naar het oordeel van de rechtbank daarom buiten beschouwing blijven bij de beoordeling van de ‘positieve zuivere opbrengsten'. De rechtbank overweegt hierbij dat voor louter fiscale resultaten hetzelfde zou moeten gelden als voor fiscale faciliteiten. Fiscale faciliteiten spelen naar het oordeel van de rechtbank geen rol bij de beantwoording van de vraag of een voordeel beoogd is of redelijkerwijs te verwachten is. [2] Ook in de systematiek van de wet past het niet om het antwoord op de bronvraag afhankelijk te maken van het antwoord op de vraag hoe het inkomen uit die bron belast zal gaan worden. Volgens de wettelijke systematiek moet immers eerst de vraag worden beantwoord of sprake is van een bron van inkomen en vervolgens de vraag hoe het inkomen uit deze bron in de heffing moet worden betrokken.
ditvoordeel ook was beoogd en redelijkerwijs te verwachten viel. Dit betekent dat gelet op de uitleg die moet worden gegeven aan het begrip ‘voordeel’, aan de drie bronvoorwaarden (zie 4.5.) is voldaan. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat sprake is van een bron van inkomen.
De (voorgenomen) overbrenging van vermogensbestanddelen naar het privévermogen ter gelegenheid van de inbreng van een onderneming in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid beperkt niet de keuzevrijheid die de belastingplichtige heeft ter zake van de definitieve etikettering van die vermogensbestanddelen met ingang van het eerdere moment van aankoop daarvan.”