Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[opposant 1] , wonende te [woonplaats 1] ,
[opposant 2], wonende te [woonplaats 1] ,
[opposant 3], wonende te [woonplaats 1]
[opposant 4], wonende te [woonplaats 1] ,
verweerster,
die procedeert in persoon,
in haar hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschappen van:
-[naam 2] ,geboren op [geboortedatum] 1931 ,
overleden op 16 maart 2018,
- [naam 3] ,geboren op [geboortedatum] 1931 ,
overleden op 25 augustus 2018,
beiden laatst wonende te [postcode] , [woonplaats 2] , [adres] ,
erflaters.
1.Procesverloop
- de slotuitdelingslijst in de nalatenschap van erflaatster
- het verzetschrift van 26 februari 2020 met bijlagen
- het verweerschrift van 17 maart 2020 met bijlagen
- de brief van 25 mei 2020 van de griffier met de vraag of partijen vanwege het coronavirus willen afzien van een mondelinge behandeling
- het bericht van 27 mei 2020 van Hartman c.s. dat zij akkoord gaan met schriftelijke afdoening
- het bericht van 27 mei 2020 van de vereffenaar dat zij instemt met een schriftelijke afdoening
- de reactie van [opposanten] van 11 juni 2020
- de reactie van de vereffenaar van 23 juni 2020 met bijlagen.
2.De beoordeling
Waar gaat het om in deze zaak?2.2. De nalatenschap van erflaters is door hun acht kinderen beneficiair aanvaard. [opposanten] zijn vier van hen. Vanwege de beneficiaire aanvaarding moet de nalatenschap worden vereffend. Op verzoek van de andere erfgenamen heeft de rechtbank mr. Peters-de Roo tot vereffenaar benoemd. De vereffenaar heeft de nalatenschap vervolgens vereffend. De vereffening is bijna afgerond en daarom heeft de vereffenaar een slotuitdelingslijst opgesteld. [opposanten] zijn het niet eens met vier posten die op de slotuitdelingslijst zijn opgenomen. en zij hebben daarom (tijdig) verzet aangetekend. Over die bezwaren gaat deze procedure.
De advocaatkosten2.4. [opposanten] verzetten zich tegen het opnemen van een bedrag van € 1.885,13 onder de post "Advocaat en griffierechten (i.v.m. vereffening)" voor de kosten van de benoeming van een vereffenaar. Zij hebben toegelicht dat ook [naam 4] een advocaat in de arm had genomen om een vereffenaar te laten benoemen en dat deze advocaat daarvoor al een verzoekschrift klaar had. Dit verzoekschrift is niet meer ingediend omdat bleek dat het verzoek al door de anderen was gedaan. [opposanten] vinden dat de erfgenamen gelijk behandeld moeten worden en dat daarom ook de kosten van de advocaat van [naam 4] van € 952,88 op de uitdelingslijst gezet moeten worden. Volgens [opposanten] moeten niet alleen de kosten voor het opmaken van een verzoekschrift van € 100,00 op de lijst worden gezet maar ook de kosten die de advocaat heeft gemaakt voor twee brieven aan de andere erfgenamen om een juridische procedure te voorkomen.
verklaart het verzet gegrond,