Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
h.o.d.n. DE RIJNLANDSE SCHOOL,
1.De procedure
RUG') tot 24 december 2020 het recht heeft verkregen op de exploitatie en de doorontwikkeling van de niet-schoolse cognitieve capaciteitentest (hierna:
'de Test');
de Gezamenlijke Doelstelling);
beslissing sub 5.1.). Voorts heeft de rechtbank - in het verlengde hiervan - TO veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de voorraad tekstboekjes, invultekstboekjes en instructieboekjes van [eiser] te kopen voor een bedrag van € 6,00 per tekstboekje, € 0,95 per invultestboekje en € 3,09 per instructieboekje, met een maximum van € 200.400,00 voor de testboekjes, een maximum van € 1.140,00 voor de invultekstboekjes en een maximum van € 772,50 voor de instructieboekjes (
beslissing sub 5.2.). Voorts heeft de rechtbank bepaald dat [eiser] het bedrag dat hij nog aan TO verschuldigd is, zijnde € 2.187,08, mag verrekenen met hetgeen TO aan hem verschuldigd zal worden naar aanleiding van de veroordeling onder 5.2. (
beslissing sub 5.3.). Daarnaast heeft de rechtbank TO veroordeeld om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag dat TO niet aan de onder 5.2. bedoelde veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt (
beslissing sub 5.4.). Ten slotte is TO in de proceskosten (in conventie) veroordeeld, aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 2.734,14 (
beslissing sub 5.5.).
3.Het geschil
4.Het standpunt van [eiser]
5.Het standpunt van [gedaagde]
6.De beoordeling van het geschil
7.BESLISSING
20 mei 2020voor uitlating aan de zijde van [eiser] :
20 mei 2020aan de rechtbank en aan de wederpartij moet opgeven;