Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] , te [plaats], eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“3Doel
De stichting heeft ten doel de bevordering in de ruimste zin van het woord van de materiële en geestelijke belangen van:
- a)
- b)
- c)
“4Bestuur: benoeming en defungeren
- a)
- b)
“15Ontbinding
(…)
- de Stichting geen realiteitsgehalte heeft: de aandelen die eiseres heeft overgedragen aan de Stichting moeten aan eiseres worden toegerekend, omdat eiseres over het vermogen van de Stichting kan beschikken als ware het haar eigen vermogen. Van een vervreemding van de aandelen aan de Stichting is daarom geen sprake;
- het vermogen van de Stichting aan eiseres moet worden toegerekend op grond van artikel 2.14a van de Wet IB 2001;
- er is sprake van asymmetrie tussen het verschuiven van de voor de statutenwijzigingen van 30 december 2016 bestaande winstreserves van de aandelen [A] BV en [B] NV en de verkrijgingsprijzen van de door [A] BV en [B] NV op 30 december 2016 nieuw uitgegeven aandelen. Op grond van een redelijke wetstoepassing moet de oorspronkelijke verkrijgingsprijs van eiseres voor de aandelen [A] BV en [B] NV , na de uitgifte van de nieuwe aandelen op 30 december 2016, worden verdeeld over alle na de statutenwijzigingen uitstaande aandelen van de respectievelijk vennootschappen naar rato waarin de vermogensrechtelijke aanspraken over de aandelen zijn verdeeld;
- artikel 4.24 van de Wet IB 2001 naar doel en strekking uitgelegd, in de weg staat aan het nemen van een verlies;
- op basis van een zelfstandige fiscaalrechtelijke kwalificatie van de feiten er geen sprake kan zijn van een verlies uit aanmerkelijk belang; en
- op grond van het leerstuk van fraus legis het verlies uit aanmerkelijk belang niet in aanmerking kan worden genomen.
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008/09, 31 930, nr. 3 (MvT), p. 55)
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008/09, 31 930, nr. 9, p. 50)
Kamerstukken II, vergaderjaar 2008/09, 31 930, nr. 9, p. 56).
verschillendesoorten aandelen, de verkrijgingsprijs moet worden aangepast als deze
verschillendesoorten aandelen door dezelfde belastingplichtige worden verkregen of gehouden. De rechtbank merkt hierbij op dat artikel 4.21, tweede lid, van de Wet IB 2001 alleen een regeling bevat voor het aanpassen van de verkrijgingsprijs van aandelen indien de belastingplichtige aandelen van
dezelfdesoort houdt met verschillende verkrijgingsprijzen. Mede gelet hierop ziet de rechtbank geen aanknopingspunten om van de duidelijke wetstekst af te wijken.