ECLI:NL:RBNNE:2018:5524
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering en ongegrondverklaring van beroep in bestuursrechtelijke zaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 1 juni 2018, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de intrekking van bijstandsuitkeringen van eiser, die sinds juli 2009 een bijstandsuitkering ontving. De rechtbank heeft geoordeeld dat de intrekking van de bijstand terecht was, omdat eiser niet had voldaan aan zijn inlichtingenplicht. In de eerste zaak (17/2876) heeft verweerder op 8 maart 2017 de uitkering van eiser met terugwerkende kracht ingetrokken, omdat uit onderzoek bleek dat hij niet op het opgegeven adres woonde. Eiser had een bezwaarschrift ingediend, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank concludeerde dat het extreem lage waterverbruik op het uitkeringsadres en andere bevindingen tijdens een huisbezoek erop wezen dat eiser niet op het opgegeven adres verbleef. Eiser kon niet aantonen dat hij wel op dat adres woonde.
In de tweede zaak (17/3458) had eiser een nieuwe aanvraag voor bijstand ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet had aangetoond dat zijn situatie was gewijzigd ten opzichte van de eerdere intrekking. De rechtbank bevestigde dat de bewijslast bij eiser lag en dat hij niet had aangetoond dat hij voldeed aan de voorwaarden voor bijstand. Beide beroepen werden ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de inlichtingenplicht en de gevolgen van het niet nakomen daarvan voor het recht op bijstand.