10.Bijlage
De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
Uitspraak
Verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 is ten laste gelegd onder parketnummer
18/830420-12 en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde onder parketnummer 18/830420-12 en het onder parketnummer 18/830182-15 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. J. Edgar en mr. A. Jongsma, rechters, bijgestaan door mr. C.A.C. Thiadens, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 december 2018.
Parketnummer 18/830420-12
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder 1 en 2
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Groningen d.d. 21 februari 2012, opgenomen in map C-1 op pagina 1 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
[verdachte] bood mij werk aan bij het café aan de [straatnaam] in Delfzijl. Vanaf de tweede maand dat ik daar werkte begon het geweld op te zetten. Ik kreeg op een gegeven moment klappen met de hand en daarna met voorwerpen. Ik kreeg klappen op mijn gezicht, maar ook op mijn lichaam. Mijn lichaam werd uitgekozen, omdat daar geen letsel zichtbaar zou zijn. Ik had kost en inwoning erbij, maar mocht beperkt eten, want dat werd nagekeken en als er teveel weg was kreeg ik weer klappen. Dat gebeurde nooit openlijk, ik werd dan meegenomen naar de keuken en daar werd ik geslagen. Ik werd geslagen door [verdachte] . De mishandelingen werden steeds heftiger, want eerst was het met de vlakke hand en toen ging hij over op vuistslagen en werd ik met de vuist geslagen. Op een gegeven moment begon hij mij ook met voorwerpen te slaan zoals een deegroller en keukengerei. Ik werd wekelijks mishandeld en dat heeft jaren zo geduurd. Na twee jaar zo wekelijks mishandeld te zijn werd het erger en werd ik meerdere keren mishandeld met een schep en andere voorwerpen. Ik ben toen ongeveer twintig keer bij de dokter geweest en vertelde de dokter toen dat ik gevallen was of op straat in elkaar werd geslagen. Ik kan een aantal voorbeelden benoemen. [verdachte] was boos en beschuldigde mij dat ik gestolen had, maar ik ontkende dat. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij begon te slaan met stukken hout en stokken. Daar lag bouwafval en daar begon mij meerdere keren hard mee te slaan. Ik voelde dat hij mij meerdere keren op mijn rug sloeg en ik wilde mij verdedigen en stak mijn handen omhoog. Ik mocht mij niet verdedigen, daar werd hij nog kwader van. Ik werd toen keihard op mijn handen geslagen met stukken hout en stokken. Ik kreeg toen meerdere verwondingen op mijn handen, dat waren open schaafwonden. Die had ik op mijn handen en op mijn rug. Ik ben met die verwondingen naar de dokter geweest, omdat mijn handen behoorlijk gekneusd waren. Ik kon mijn handen niet bewegen. Mijn handen werden door de dokter verbonden en ik heb daar twee weken mee gelopen. Ik had geen andere keuze en ik moest werken. Ik kon eigenlijk niet werken. Klanten hebben mijn verwondingen wel gezien.
Ongeveer vier of vijf jaar geleden ben ik met een deegroller drie of vier keer op mijn hoofd geslagen door [verdachte] , waardoor ik een bloedende barstwond op mijn hoofd kreeg. Er lag overal bloed en dat moest ik later zelf ook nog schoonmaken. Ik ben toen met deze verwonding naar het ziekenhuis gegaan. De wond is toen gehecht. Ik ben ook mishandeld met een pizzastok. De sluiting van de coffeeshop was naar aanleiding van een politie-inval waarbij hash en weed werd aangetroffen en in beslag genomen. Daar kreeg ik de schuld van, want [verdachte] verweet mij dat ik tegen de politie had gezegd dat er hash lag en dat ik een verkeerde verklaring had afgelegd bij de politie, ik zou hen erbij gelapt hebben. Ik heb toen ook, nadat de politie weg was, klappen gehad. De politie was weg en ik zag en voelde dat ik meerdere keren opzettelijk met kracht werd geslagen met de volle vuist door [verdachte] . Ik werd toen geraakt overal op mijn lichaam en ook op mijn hoofd. Die klappen deden mij pijn, ik ben daarna naar de dokter geweest. Ik had zwaar gekneusde ribben.
Op een andere dag werd ik meerdere keren met een stang op mijn rug werd geslagen. Alle bovenstaande mishandelingen hebben mij pijn en letsel toegebracht. Ik had meerdere striemen op mijn rug zitten, omdat ik met die houten pizzastok werd geslagen. [verdachte] sloeg zo ontzettend hard met die stok dat die stok doormidden ging. Vorig jaar, vlak voordat ik door de politie werd weggehaald, ben ik ook zwaar mishandeld. Ik werd toen geslagen met een bierblik, bierfles, sleutel, schep en stukken hout. Ik was murw en in die negen jaar volledig gehersenspoeld. Ik durfde nergens meer tegenin te gaan. Het was omstreeks vier uur in de morgen dat ik daar lag te slapen en toen kwam [verdachte] binnen. [verdachte] sloeg mij met een vol bierblikje bovenop mijn hoofd. Daardoor kreeg ik een snijwond op mijn hoofd en die begon enorm te bloeden. Ik zag vervolgens dat hij met een vol bierflesje voluit op mijn hoofd sloeg, waardoor een open wond op mijn hoofd ontstond. Het bierflesje werd kapotgeslagen op mijn hoofd. Vervolgens pakte hij een pandeksel en ik zag en voelde dat hij mij met die pandeksel sloeg. Hij sloeg mij op mijn gezicht en op mijn hoofd. Ik zag en voelde vervolgens dat hij een sleutel over mijn linkerkaak trok. Ik kreeg daardoor een open verwonding op mijn kaak, dat is een litteken geworden. Ik moest vervolgens met hem mee naar de keuken en daar moest ik mijn handen uitsteken. Ik zag en voelde dat [verdachte] met een schep op mijn handen sloeg.
Op weer een andere dag ben ik meerdere keren geslagen met stukken hout en stokken. Ik had ook een oog volledig dicht zitten, mijn andere oog was gedeeltelijk dichtgeslagen. Mijn handen waren ook enorm opgezet en gekneusd, doordat ik daar keihard op geslagen werd. Mijn bovengebit is gedeeltelijk afgebroken aan de bovenzijde. Ik was toen behoorlijk mishandeld. [verdachte] was dronken en de mishandelingen hebben vier uur geduurd. Af en toe nam [verdachte] een pauze van twintig minuten en kon ik mijn verwondingen verzorgen, maar dan kwam hij er weer aan en begonnen de mishandelingen weer. Ik ben ook meerdere keren op mijn kniebanden geslagen door [verdachte] . Voorgaande mishandelingen hebben mij pijn gedaan en letsel toegebracht.
Ik was de laatste jaren een gevangene in het bedrijf. Ik werd bang gemaakt dat als ik weg ging of bij de politie zou gaan praten, mijn familie de klos zou zijn en dan met name mijn zus. Zij dreigden dat mijn zus dan mishandeld zou worden of mijn zusje en mijn vader. Ik ben ervan overtuigd dat zij hun bedreigingen ten uitvoer zouden gaan brengen. Ik heb doodsangsten uitgestaan voor mijzelf en mijn familie en daarom ben ik nooit eerder naar buiten gekomen met mijn verhaal. [verdachte] vertelde mij meerdere keren dat zij mensen die uit de school waren geklapt, zwaar mishandeld hadden. Ik ben de afgelopen negen jaar niet vrij geweest in mijn bewegingsvrijheid.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Districtsrecherche Eenheid Noord d.d. 26 juni 2013, opgenomen in map C-1 op pagina 11 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik kreeg een contract aangeboden voor het werk in het café. Ik bleef daar werken vanwege bedreigingen. Ik werd zeer zwaar onder druk gezet door [verdachte] . Kennissen en buren hebben mij minstens 5 à 6 keer aangesproken of zij mij misschien konden helpen. De momenten dat zij mij aanspraken waren de momenten dat ik weer eens klappen had gehad van [verdachte] . U vraagt mij naar de behandeling in het ziekenhuis ten gevolge van een zware mishandeling, een hoofdwond. Ik ben in het Delfzicht ziekenhuis geweest. Over de gehele periode ben ik wel 7 à 8 keer in dit ziekenhuis geweest. [verdachte] blijft heel lang doorslaan. Ik werd in alle ruimtes in de zaak geslagen. Ook waar klanten bij waren. De klanten hebben dan echt wel gehoord dat ik geslagen werd. Ik heb gehuild. Ik wilde mij niet laten helpen, omdat ik bang was dat anderen wat werd aangedaan. U houdt mij voor dat ik tijdens een mishandeling door [verdachte] wel twintig keer op mijn handen werd geslagen en vraagt mij hoe ik nog kon werken. Ook al had ik pijn ik moest werken van [verdachte] . Als ik dat niet deed dan kreeg ik weer klappen.
3. Een geneeskundige verklaring d.d. 31 januari 2005, opgemaakt door H.C. v.d. Veen, arts-assistent, namens D.E.A. Mahmoud, chirurg, opgenomen in map C-1 op pagina 189:
Op 16-1-05 zag ik [slachtoffer 1] . Bij lichamelijk onderzoek werd een onrustige patiënt gezien met maximale EMV score. In het aangezicht enkele haematomen, aan de linker orbitarand, aan het voorhoofd en de neus had een afwijkende stand, de neusgaten waren doorgankelijk en er was geen sprake van crepitaties aan het neusbeen. Aan de rechter ringvinger is een forse snijwond met intacte peesfunctie. Concluderend is er sprake van een trauma capitis met mogelijk een commotio cerebri en tevens een snijwond van de rechter ringvinger. De snijwond aan de ringvinger werd gehecht en de patiënt werd opgenomen ter observatie.
4. Een geneeskundige verklaring d.d. 8 juni 2011, opgemaakt door H. Koerts, arts-assistent, namens dr. De Froe, neuroloog, opgenomen in map C-1 op pagina 190 e.v. van het dossier IJsland:
Hierbij breng ik u op de hoogte van het bezoek van [slachtoffer 1] aan de spoedeisende hulp van het OZG, locatie Delfzicht op 08/06/2011.
Lichamelijk onderzoek:
Inspectie aangezicht/ hoofd: dichtzittend linkeroog door hematoom, meerdere hematomen frontaal. Tweetal schaafwonden parletaal, ongeveer 2 à 3 cm.
Palpatie: drukpijn suborbitaal bdz. Geen aanwijzingen voor palpabele richel.
Pupillen: isocoor en reactief.
Hersenzenuwen: globaal niet afwijkend.
Puim: Inspectie thorax: gb. VAG, geen verlengd in - experium, geen bijgeluiden. Normale AF.
Inspectie rechter hand: forse zwelling dorsale zijde hand. Drukpijn metacarpalia I t/m V.
Beweging vingers gestoord door stijfheid en pijn.
Inspectie rechter hand: Schaafwond dig II rechts aan onderzijde nagel, ongeveer 1 cm. Nagel intact.
Conclusie:
1) Commotie cerebri (hersenschudding)
2) Distorsie hand (verdraaide/gekneusde hand)
5. Een geneeskundige verklaring d.d. 16 februari 2011, opgemaakt door A. Boersma, arts-assistent, namens J.F. Ashruf, chirurg, opgenomen in map C-1 op pagina 194 e.v. van het dossier IJsland:
Lichamelijk onderzoek:
Longen: vesiculair ademgeruis over beide longen.
Hoofd rechts boven: wondje van 1 cm.
Thorax: drukpijn linker ribbenboog.
Aanvullend onderzoek: X-thorax: geen ribfracturen
Conclusie: hoofdwond, geen ribfracturen.
Beleid: hoofdwond gereinigd en verbonden.
6. Een schriftelijk bescheid d.d. 26 juni 2013, inhoudende een aanvraagformulier medische informatie ten aanzien van [slachtoffer 1] , opgenomen in Map C-1 op pagina 205 e.v. van het dossier IJsland:
Welke letsels dan wel afwijkingen -zowel in- als uitwendig- heeft u bij betrokkene geconstateerd?
- Borstklachten (sept. 2008)
- Kneuzing neus (mei 2009)
- Ribkneuzingen en hoofdwond (feb. 2011)
- Hersenschudding en kneuzing hand (juni 2011)
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Groningen d.d. 29 januari 2013, opgenomen in map C-1 op pagina 162 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 9 juni 2011 werden wij benaderd door [getuige 1] . [getuige 1] deelde ons in diverse sessies mede dat haar broer stelselmatig werd mishandeld en bedreigd door [verdachte] . [slachtoffer 1] was op bezoek geweest bij [getuige 1] en had verwondingen en blauwe plekken in het gezicht die hij camoufleerde met make-up. [getuige 1] had veelvuldig telefonisch contact met haar broer over het reilen en zeilen van de pizzeria en zij wist dat haar broer een verbod had om contact met haar te hebben. Zij wist dat haar broer stelselmatig werd mishandeld, maar de laatste weken waren de mishandelingen vaker en extremer volgens haar. [slachtoffer 1] had namelijk al meerdere keren aan zijn zuster kenbaar gemaakt dat hij voor zijn leven vreesde. Daar kwam bij dat hij recentelijk met een koekenpan keihard op zijn hoofd was geslagen en dat de aard van het geweld extreme vormen had aangenomen. Volgens [getuige 1] wilde haar broer vluchten, maar durfde hij het niet aan. Nu zij geen contact kon krijgen met hem vreesde zij voor het ergste. [slachtoffer 1] had zijn zus al meerdere keren te kennen gegeven dat [achternaam verdachten] , als hij zou vluchten, hun familie, waaronder haar, iets aan zou doen. Hij twijfelde er geen moment aan dat dit zou gaan gebeuren.
Op zondag 12 juni 2011 sprak verbalisant [verbalisant] in het pand aan de [straatnaam] te Delfzijl met [slachtoffer 1] . Hij constateerde toen dat [slachtoffer 1] in de zaak aan het werk was en dat hij een grote zonnebril droeg waarmee hij een opgezwollen blauw oog afdekte. Verbalisant [verbalisant] heeft kort gesproken met [slachtoffer 1] en heeft hem gevraagd of hij weg kon. [slachtoffer 1] reageerde kort, gejaagd en angstig en deelde mede dat hij absoluut niet weg kon.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 28 mei 2013, opgenomen in map C-2 op pagina 77 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
[slachtoffer 1] ging op kamers wonen aan de [straatnaam] te Delfzijl. Dit was een coffeeshop en hij woonde daar boven. [slachtoffer 1] ging daar toen ook werken. De eigenaar was [verdachte] . [slachtoffer 1] hielp in zijn algemeenheid mee om deze zaak op te bouwen. Mij is opgevallen dat [slachtoffer 1] regelmatig verwondingen had. Ik heb zelf gezien dat hij een keer onder de krassen zat. Ook heb ik regelmatig blauwe
ogen bij [slachtoffer 1] gezien. Zijn kaak, zijn mond en vanuit zijn nek heb ik ook allerlei verwondingen gezien. We spreken nu over een periode van misschien wel 10 jaar. [slachtoffer 1] belde mij 3 à 4 jaar geleden ‘s nachts op of ik thuis was, hij wilde stiekem langskomen. [slachtoffer 1] kwam bij mij in de woning en ik zag dat het bloed uit een wond op zijn hoofd stroomde. Volgens [slachtoffer 1] had [verdachte] hem geslagen met een deegroller en een schep. Volgens [verdachte] had [slachtoffer 1] uit de kas gestolen, zogenaamd. Ik zag een grote snee maar niet diep genoeg om te laten hechten. [slachtoffer 1] bleef nooit echt lang want hij was bang dat mij of mijn gezin wat zou overkomen.
[slachtoffer 1] vertelde mij over de laatste keer dat hij aan de [straatnaam] was het volgende is gebeurd. [slachtoffer 1] vertelde mij dat hij achter in de kroeg door [verdachte] in elkaar was geslagen met een lat, een schep en met vuisten. [slachtoffer 1] kreeg in de kroeg zelfs volle flessen drank en bierflesjes naar zich toe gegooid. [slachtoffer 1] probeerde weg te komen en hij liep naar achteren, hij werd met een grote ijzeren pannendeksel in de keuken geslagen door [verdachte] . [slachtoffer 1] kroop tijdens dit voorval naar achteren, maar het geweld ging door met een lat en een schep. [slachtoffer 1] werd toen overal op zijn lichaam geraakt. Ik zag het letsel van [slachtoffer 1] . Hij was gewond aan zijn hoofd. Zijn kaak, zijn nek en zijn handen waren opengeslagen. Ik kreeg [slachtoffer 1] niet mee. [slachtoffer 1] was bang dat hij nog meer problemen met [verdachte] zou krijgen. [slachtoffer 1] kwam langs en ik heb het letsel op zijn lichaam gezien. De verwondingen zaten op zijn benen, rug, buik, armen en gezicht en hij heeft mij toen dit hele verhaal verteld. Ik zag [slachtoffer 1] gemiddeld 1 keer per maand en elke keer had [slachtoffer 1] wel zichtbaar letsel. [slachtoffer 1] wilde niet naar de politie, omdat hij teveel wist over de [achternaam verdachten] 's en dan zou iedereen binnen onze familie gevaar lopen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 28 oktober 2014, opgenomen in map C-3 op pagina 22 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
Vanuit de achterzijde van onze woning hebben wij uitzicht op de achterzijde van het horecabedrijf aan de [straatnaam] . Circa 3 à 4 jaar geleden op een zomeravond werd ik wakker van lawaai of gegil. Ik keek de jongen, die daar al meer dan 2 jaar werkte, in het gezicht en ik zag dat tegenover hem een Turkse man stond, die ik daar wel vaker gezien had. Ik zag dat de Turkse man met een schep, een spade met een lange steel, slaande bewegingen maakte in de richting van het hoofd van de jongen. Ik zag dat de man de jongen meerdere malen op zijn hoofd raakte met de schep. Terwijl de jongen met de schep geslagen werd, zag ik dat de jongen met beide handen/armen de slagen met de schep probeerde af te weren en hoorde ik dat hij schreeuwde. U toont mij een foto van [slachtoffer 1] . Ja, dat is de jongen die ik bedoel en over wie ik in mijn verklaring spreek.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 31 oktober 2014, opgenomen in map C-3 op pagina 27 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
[slachtoffer 1] werkte in een horecazaak aan de [straatnaam] . Dit was ongeveer in dezelfde periode dat ik er ook werkte, zo’n 10 jaar geleden. Hij woonde boven de zaak en werkte voor de kost en inwoning. Ik heb vaker gezien dat [slachtoffer 1] blauwe plekken of verwondingen had. De verwondingen zaten op zijn buik of rug.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 12 november 2014, opgenomen in map C-2 op pagina 184 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
[verdachte] heeft [slachtoffer 1] bij ons in de kamer mishandeld. [verdachte] sloeg [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] kroop in elkaar, maar [verdachte] bleef hem slaan en trappen. [slachtoffer 1] werd over zijn hele lichaam geraakt. De klappen kwamen vooral op het hoofd van [slachtoffer 1] terecht.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 23 juli 2014, opgenomen in map C-2 op pagina 207 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 5] :
De dag dat de politie [slachtoffer 1] uit de zaak in het centrum van Delfzijl weghaalde werd ik gebeld door [getuige 1] . Ik hoorde [getuige 1] zeggen dat [slachtoffer 1] onderdak moest hebben voor de nacht en dat hij de volgende dag naar Duitsland zou worden gebracht. [slachtoffer 1] durfde niet weg te gaan, hij was gewoon te bang. Toen ik [slachtoffer 1] voor de eerste keer tegenkwam had hij verwondingen. [slachtoffer 1] zei toen dat hij ruzie had gehad, maar vertelde mij niet wat er was gebeurd. Ik denk dat ik 10 jaar geleden [slachtoffer 1] voor de eerste keer met verwondingen heb gezien. Ik kwam [slachtoffer 1] steeds vaker in het centrum van Delfzijl tegen. Ik zag toen vaker dat [slachtoffer 1] bont en blauw was, een tand miste en constant om zich heen keek, omdat hij dacht dat hij achtervolgd werd. Ik vroeg aan [slachtoffer 1] of hij weer in elkaar geslagen was. Ik zag dat [slachtoffer 1] knikte, maar verder zei hij niets. Ik vroeg aan [slachtoffer 1] waarom hij niet eerder weg was gegaan. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] niet durfde, omdat zijn familie werd bedreigd. [slachtoffer 1] vertelde dat hij hoofdzakelijk werd mishandeld door de twee bazen van het café, namelijk [naam 1] en [naam 2] .
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 23 juli 2014, opgenomen in map C-2 op pagina 214 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 6] :
Ik heb in totaal gezien dat [slachtoffer 1] drie keer gewond was. De ene keer had hij blauwe ogen, de andere keer had hij zijn gelaat kapot en een kapotte rib. Ik ben ook veel bij [slachtoffer 1] in de zaak geweest en hij had bijna altijd wel verwondingen in zijn gezicht. [slachtoffer 1] vertelde mij dat hij door [verdachte] werd mishandeld. Negen van de tien keer had [verdachte] dit gedaan. De laatste keer voordat [slachtoffer 1] weg was, met Pinksteren, is [slachtoffer 1] bewerkt met een honkbalknuppel en een schep. Ik kwam zeven dagen in de week langs in de zaak. Ik keek dan altijd even hoe het ging met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] vertelde mij dat hij niet weg durfde te gaan, omdat [verdachte] zei: "Als jij weg gaat pak ik je familie, ik pak [getuige 1] en haar kinderen". [slachtoffer 1] ging niet naar de politie, omdat hij te bang was dat zijn familie iets zou worden aangedaan. Toen ik [slachtoffer 1] wegbracht had hij verwondingen. [slachtoffer 1] vertelde dat hij een paar dagen daarvoor met voorwerpen was aangevallen door [verdachte] .
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 17 september 2014, opgenomen in map C-2 op pagina 343 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 7] :
[slachtoffer 1] sliep in een kamer boven de bar. U toont mij een foto van Jozef [slachtoffer 1] (geb. [geboortedatum]-1977). Ja, dit is de [slachtoffer 1] die werkzaam was achter de bar in [bedrijf 2] . Ik kwam wel eens in [bedrijf 2] en heb in totaal 2 à 3 keer gezien dat [slachtoffer 1] ’ gezicht kapot was. Daarmee bedoel ik dat hij blauwe ogen had, dat zijn neus scheef stond of dat hij dikke lippen en andere verwondingen aan zijn hoofd had. Ik denk dat [verdachte] de mishandelingen pleegde. Het gebeurde namelijk vaak als [verdachte] er was. De volgende dag zag ik dan de verwondingen bij [slachtoffer 1] . Ik was een keer alleen in de zaak samen met [verdachte] en [slachtoffer 1] . Verder was er niemand. [verdachte] schreeuwde en sprak luid tegen [slachtoffer 1] . De volgende dag kwam ik weer in [bedrijf 2] en stond [slachtoffer 1] achter de bar. Ik zag dat [slachtoffer 1] aan zijn gezicht gewond was. Ik schrok ervan en vroeg aan [slachtoffer 1] of [verdachte] dit gedaan had, waarop [slachtoffer 1] zijn gezicht in zijn handen verborg en begon te huilen. Hij zou nooit zeggen wie dit gedaan had, maar voor mij was het duidelijk dat [verdachte] [slachtoffer 1] had geslagen en mishandeld.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige door de rechter-commissaris d.d. 27 augustus 2015, als los document gevoegd bij het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 8] :
Ik heb [slachtoffer 1] twee keer met letsel gezien. Tussen beide keren zaten enkele jaren. Dat zal ongeveer 4 of 5 jaar geleden zijn geweest. De laatste keer dat [slachtoffer 1] mishandeld is, is hij naar Duitsland verhuisd. Dat was in 2010/2011. Hij had letsel aan zijn gezicht. Hij had behoorlijke blauwe plekken in zijn gezicht. [slachtoffer 1] vertelde mij dat hij zich niet meer veilig voelde. [slachtoffer 1] voelde zich bedreigd.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 29 oktober 2014, opgenomen in map C-3 op pagina 54 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [getuige 9] :
In de periode tussen 2005 en 2007 werkte ik in pizzeria [bedrijf 1] , gevestigd aan de [straatnaam] te Delfzijl. [verdachte] was de baas en de eigenaar van de pizzeria. [verdachte] en [slachtoffer 1] hadden vaak ruzie. Ik heb ook wel eens gezien dat [verdachte] [slachtoffer 1] sloeg. Dit betrof een duw in zijn rug of een klap met de vlakke hand tegen de wang van [slachtoffer 1] . Ik heb wel eens verwondingen gezien bij [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft mij toen wel verteld dat [verdachte] dit had gedaan. Ik heb wel eens een blauw oog gezien bij [slachtoffer 1] en ik heb ook wel eens een gat in zijn hoofd gezien. Ik heb gezien dat [verdachte] [slachtoffer 1] heeft geslagen. Wij stonden toen samen achter de bar. Het gebeurde niet dagelijks maar het kwam wel vaker voor. De foto die u mij toont van [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 1977, is de [slachtoffer 1] over wie ik in mijn verklaring spreek.
17. Een schriftelijk bescheid, inhoudende de uitwerking van een OVC-gesprek d.d. 18 juni 2014 tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , opgenomen in map F-4, van het dossier IJsland:
[medeverdachte 2] = [medeverdachte 2]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
12.2uur:
[medeverdachte 2] Ik zei: [getuige 4] , houd maar in je achterhoofd dat mijn oom zijn straf heeft gehad. Ja, wat mij betreft heeft hij zijn straf gehad, zei ze. Hahaha, ja het is goed, nu heb ik een gerust gevoel, zei ze. Maar hij moet je vader op zijn blote knieën dankbaar zijn, zegt ze.
[medeverdachte 1] Ja, dat weet ik wel. Vriend, niemand kon bij die man in de buurt komen. iedereen mishandelde hij, iedereen die kwam mishandelde hij. (De laatste zin herhaalt [medeverdachte 1] 6 keer).
18. Een schriftelijk bescheid, inhoudende de uitwerking van een OVC-gesprek d.d. 21 juni 2014 tussen [medeverdachte 2] en [getuige 4] , opgenomen in map F-4, van het dossier IJsland:
I= [medeverdachte 2]
T= [medeverdachte 1]
11.19uur:
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben het over de veeleisendheid van [verdachte] . [medeverdachte 1] begint zich op te winden.
[medeverdachte 1] Jij bent zelf die jongen telkens en om de haverklap aan het slaan, en maar slaan, en maar slaan en dan ook nog praatjes. Hij is toch geen slaaf? En dan zit [verdachte] binnen en dan moet ik komen. Ik kom godverdomme niet! Wat kan ik doen als ik kom?
[medeverdachte 2] Ja, wat kan je doen als je komt?
[medeverdachte 1] Wat heb ik bij de advocaat kunnen doen? Hij kan zelf toch ook praten?
Parketnummer 18/830182-15
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal Contact [slachtoffer 2] ivm veiligheid van Districtsrecherche Groningen d.d. 29 mei 2015, opgenomen in de map ‘2e Procesdossier [verdachte] ’ d.d. 6 augustus 2015 op pagina 27 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op vrijdag 29 mei 2015 hoorden wij de heer [slachtoffer 2] zeggen dat [verdachte] ook al contact met hem had gezocht. Ongeveer een maand tot anderhalf maand geleden kwam hij [verdachte] tegen en moest hij meekomen. [verdachte] liet hem twee volle dozen zien met onder andere verschillende verklaringen die bij de politie waren afgelegd. Hij zag zelfs een lijst met gsm nummers die door de politie waren afgetapt. Het leek alsof [verdachte] een compleet politiedossier in zijn bezit had, vertelde de heer [slachtoffer 2] . [verdachte] confronteerde [slachtoffer 2] met zijn aangiften/verklaringen en zei tegen hem dat hij het allemaal had overdreven in zijn verklaringen. De heer [slachtoffer 2] gaf aan dat [verdachte] het volgende tegen hem zei:
- Door jou kan ik niet op vakantie;
- Jouw verklaring weegt het zwaarst;
- Zeg maar dat je het allemaal overdreven hebt.
De heer [slachtoffer 2] vertelde dat hij afgelopen week ook diverse keren is gebeld door [verdachte] . [verdachte] wilde met hem afspreken om met hem te praten. De heer [slachtoffer 2] vertelde dat [verdachte] hem wil bewegen zijn verklaring bij de rechter-commissaris aan te passen in het voordeel van de familie [achternaam verdachten] . Wij hoorden dat [slachtoffer 2] erg bang was om een verklaring af te leggen, omdat hij bang is dat hij en zijn gezin weer lastig zal worden gevallen zoals een aantal jaren geleden.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal Beïnvloeding getuige [slachtoffer 2] door [verdachte] van Districtsrecherche Groningen d.d. 10 juni 2015, opgenomen in de map ‘2e Procesdossier [verdachte] ’ op pagina 29 e.v. voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op maandag 1 juni 2015 is de heer [slachtoffer 2] voor de rechter-commissaris in Groningen
verschenen voor het afleggen van een verklaring. De heer [slachtoffer 2] heeft aan de rechter-commissaris gemeld dat hij op zondag 31 mei 2015 opnieuw was bedreigd. Daarom is er op dat moment geen verklaring van de heer [slachtoffer 2] opgenomen. Op woensdag 3 juni 2015 hebben wij een bezoek gebracht aan het woonadres van [slachtoffer 2] . De heer [slachtoffer 2] vertelde aan ons dat hij op zondag 31 mei 2015 opnieuw door [verdachte] benaderd was door andere mensen erbij te betrekken. Zondag 31 mei 2015 werd hij door een vriend gebeld en deze wilde kaas van hem kopen. De vriend vertelde ook dat hij nog iets met de heer [slachtoffer 2] wilde bespreken. De heer [slachtoffer 2] vertelde dat hij naar die vriend is gegaan om kaas af te leveren. Daar aangekomen wilde [verdachte] met hem praten en had dus een vriend van [slachtoffer 2] ingeschakeld om hem te kunnen spreken. [verdachte] gaf aan dat [slachtoffer 2] anders moest verklaren bij de rechter-commissaris. Hij moest onder andere vertellen dat de verklaringen die hij eerder bij de politie afgelegd had, zelf niet had nagelezen en dat de politie andere dingen in de verklaringen had gezet. De heer [slachtoffer 2] moest ook zeggen dat hij in het verleden ruzie had gehad met [medeverdachte 1] en daarom aangifte had gedaan, maar dat hij nu geen ruzie meer heeft en dat [medeverdachte 1] een goede man was en niets verkeerds heeft gedaan. De heer [slachtoffer 2] gaf aan dat het gesprek intimiderend was. [verdachte] zei onder meer het volgende:
- Als je iets goeds doet, krijg je ook iets goeds;
- Als je iets fout doet, dan weet je wel wat er gebeurt;
- [medeverdachte 2] komt de 11e vrij en [medeverdachte 1] komt de 19e vrij en dan komt hij jou wel tegen;
- Jij gelooft toch ook in het hiernamaals.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige door de rechter-commissaris d.d. 7 december 2015, als los document gevoegd bij het dossier IJsland, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
In mei 2015 had [verdachte] alle verklaringen die ik had afgelegd bij zich. Dat was bij de coffeeshop in Delfzijl. Hij heeft me geprobeerd over te halen om mijn verklaringen af te zwakken.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van het kabinet rechter-commissaris d.d. 1 juni 2015, opgenomen in de map ‘2e Procesdossier [verdachte] ’ op pagina 41 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van de rechter-commissaris:
Met betrekking tot het voorgenomen getuigenverhoor van [slachtoffer 2] , geb. [geboortedatum]
1976, wonende te Delfzijl (hierna: getuige), verklaart de rechter-commissaris als volgt. Getuige heeft gedurende het gesprek met de rechter-commissaris aangegeven, zich bedreigd te voelen door met name [medeverdachte 1] en [verdachte] . Getuige vertelde de rechter-commissaris dat hij op zondag 31 mei 2015 andermaal zou zijn bedreigd door [verdachte] en dat deze getracht heeft zijn op maandag 1 juni 2015 af te leggen verklaring ten overstaan van de rechter-commissaris te beïnvloeden. Getuige gaf in dat gesprek aan, zeer angstig te zijn voor de gevolgen van een eventueel af te leggen verklaring en om die reden er van af te willen zien. De rechter-commissaris heeft waargenomen dat getuige ten tijde van het gesprek zeer angstig was.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 12 juni 2015, opgenomen in de map ‘2e Procesdossier [verdachte] ’ op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 10] :
Ik had [slachtoffer 2] gebeld op 31 mei 2015 en hij zei tegen mij dat hij wel even langs wilde komen
om te praten. Hij zei dat hij even frisse lucht wilde halen en kwam daarna langs. [verdachte] kwam ook. [slachtoffer 2] had gezegd dat hij moest getuigen. [verdachte] was er ook bij toen ik dat tegen [slachtoffer 2] zei.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal Nieuwe contactgegevens J. [getuige 11] van Districtsrecherche Groningen d.d. 10 juni 2015, opgenomen in de map ‘2e Procesdossier [verdachte] ’ op pagina 26 van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 10 juni 2015 belde de heer [getuige 11] naar de recherche in Delfzijl. Hij vertelde dat hij vanochtend had gehoord dat [verdachte] was aangehouden door de politie. Hij had wel het vermoeden waarvoor [verdachte] was aangehouden, namelijk het beïnvloeden van getuigen. [getuige 11] vertelde dat hij nog tegen hem, [verdachte] , had gezegd dat hij dat niet moest doen.