ECLI:NL:RBNNE:2018:1052
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete wegens schending handelaarskentekenregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting (MRB) van € 425, die was opgelegd omdat een werknemer van eiseres een auto uit de handelsvoorraad had meegenomen voor een testrit, maar deze auto nabij zijn huisadres had geparkeerd. De rechtbank oordeelde dat het gebruik van de auto niet voldeed aan de voorwaarden van de handelaarskentekenregeling, aangezien het gebruik van de weg in het kader van de bedrijfsactiviteiten eindigde op het moment dat de auto bij het huisadres van de werknemer werd geparkeerd. De rechtbank bevestigde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en dat de verzuimboete van € 425 passend en geboden was. Eiseres had ook aangevoerd dat er sprake was van schending van de hoorplicht en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar de rechtbank oordeelde dat hier geen sprake van was. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees het verzoek om een vergoeding van de werkelijke proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. M. van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. J.P. Raateland, griffier.