In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 september 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over naheffingsaanslagen omzetbelasting en een vergrijpboete. Eiser, een eenmanszaak die zich bezighoudt met de verkoop van schietsportwapens en aanverwante artikelen, heeft in totaal drie naheffingsaanslagen ontvangen voor de jaren 2009 tot en met 2013, met een totaalbedrag van € 41.909. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd na een boekenonderzoek door de Belastingdienst, waarbij werd vastgesteld dat eiser niet in staat was om de vereiste administratie te overleggen. Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat de naheffingsaanslagen onterecht waren opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft aangetoond dat hij terecht en tot het juiste bedrag omzetbelasting in aftrek heeft gebracht. De rechtbank oordeelde dat eiser ten onrechte vermindering heeft geclaimd op grond van de Kleine Ondernemers Regeling (KOR). De rechtbank heeft de naheffingsaanslagen verminderd tot een totaal van € 24.304, en de vergrijpboete verlaagd tot € 5.466, rekening houdend met de financiële omstandigheden van eiser. De rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd en de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht vergoedt en dat verweerder in de proceskosten van eiser wordt veroordeeld.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn in kennis gesteld van de beslissing. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.