Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
de rechtbank begrijpt: [naam]) en een vrouw (
de rechtbank begrijpt: [naam] 's partner [naam]) werd gedwongen om in de prostitutie te werken. [slachtoffer3] had verdachte in dat appartement leren kennen; zij was ook slachtoffer van dezelfde mensen.
Bewijsmiddelen
rechtbank begrijpt:
[slachtoffer5] en [slachtoffer2]) te wachten. Dit waren een “oudje” genaamd [naam] en de vader van de jongste kindje van [verdachte], genaamd [naam]. Zij brachten ons met de auto naar Drogeham, Nederland.
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [naam])was de eigenaar van het huis in Witmarsum. [verdachte] heeft vanuit Zwitserland met [naam] (Witmarsum) gebeld. Hierna heeft [verdachte] mij gebeld. Ik moest mijn spullen inpakken en naar Witmarsum toegaan. [naam] kwam mij ophalen in Drogeham. We zijn gereden naar zijn huis in Witmarsum.
misleidingoverweegt de rechtbank dat verdachte [slachtoffer2] - blijkens de verklaringen van zowel [slachtoffer2] als [slachtoffer5] - voorhield dat zij in Nederland zou kunnen werken als manicure of oppas. Nu verdachte er - onder meer blijkens haar verklaring op zitting - zelf ook niet altijd in is geslaagd om in Nederland anders dan door prostitutie voldoende inkomsten te genereren, moet verdachte hebben geweten dat dit voor [slachtoffer2] niet anders zou zijn, temeer nu [slachtoffer2] geen verblijfs- en werkvergunning in Nederland had en de Nederlandse (en Engelse) taal niet machtig was.
misbruik van een kwetsbare positiegeldt dat dit begrip in lid 6 van artikel 237f Sr inmiddels is gedefinieerd in die zin dat daaronder mede wordt begrepen “een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan.” De rechtbank is van oordeel dat aan voornoemd bestanddeel ook ten tijde van het ten laste gelegde deze betekenis toekwam.
misbruik van uit feitelijk overwicht voorvloeiend overwichtgeldt blijkens de wetsgeschiedenis [1] dat, waar het de prostitutie betreft, dit misbruik kan worden verondersteld indien de prostitué(e) in een situatie verkeert of komt te verkeren die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostitué(e) in Nederland pleegt te verkeren. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan schulden, aangegaan om de reis naar Nederland te betalen. De afbetalingsverplichting kan van dien aard zijn dat de betrokkene gedwongen is zich te blijven prostitueren.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij [slachtoffer4]
Benadeelde partij [slachtoffer3]
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Een gevangenisstraf voor de duur van 900 dagen.
Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 240 uren onbetaalde arbeid.
[slachtoffer4]in de vordering niet ontvankelijk is en dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer3]in de vordering niet ontvankelijk is en dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.