Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[dhr. A],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 augustus 2016 (verder: het tussenvonnis)
- de akte van [eisers]
- de antwoordakte van de gemeente.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, uitgesproken op 29 maart 2017 door de Rechtbank Noord-Nederland, is de vordering van de Holding en [B.V.2] tot schadevergoeding afgewezen. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.R. Gans, stelden dat de gemeente Ooststellingwerf onrechtmatig had gehandeld door beslissingen te nemen die nadelig waren voor hun belangen. De rechtbank oordeelde dat de Holding geen eigen schade had geleden, omdat de schade die zij claimde, in wezen de schade van [B.V.2] betrof. De rechtbank benadrukte dat binnen een concern de verschillende vennootschappen als afzonderlijke rechtssubjecten moeten worden beschouwd. De vordering van [dhr. A] werd eveneens afgewezen, omdat de gemeente niet op de hoogte was van zijn belangen. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van de eisers niet toewijsbaar waren, en dat de gemeente niet aansprakelijk was voor de gestelde schade. De kosten van het geding werden toegewezen aan de gemeente, die grotendeels in het gelijk werd gesteld.