Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te [vestigingsplaats],
zetelende te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3.Beoordeling van het middel
- i) [betrokkene] (hierna: [betrokkene]) is eigenaar van een perceel te [plaats]. Op dit perceel bevindt zich een door [eiser 1] geplaatste windturbine.
- ii) Op 18 september 2003 heeft [betrokkene] bij de Gemeente een aanvraag voor een bouwvergunning ingediend voor de vervanging van de turbinegondel van de windturbine.
- iii) Op 9 oktober 2003 is een recht van opstal op het perceel gevestigd ten behoeve van [eiser 1]. In de vestigingsakte wordt onder ‘opstallen’ onder meer verstaan: een windturbine met bijbehorende werken.
- iv) Bij besluit van 17 oktober 2006 hebben burgemeester en wethouders van de Gemeente de bouwvergunning geweigerd op grond van de overweging dat de aanvraag in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
- v) [betrokkene] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Dit bezwaar is ongegrond verklaard. [betrokkene] heeft tegen de beslissing op het bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank heeft de beslissing op het bezwaar vernietigd, het besluit van 17 oktober 2006 herroepen en bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat burgemeester en wethouders zich ten onrechte op het standpunt hebben gesteld dat de aanvraag in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en dat rechtstreeks uit de wet voortvloeit dat [betrokkene] sinds twaalf weken na de dag van ontvangst van de aanvraag door de Gemeente van rechtswege over een bouwvergunning beschikt.
4.Beslissing
8 juli 2016.