Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2016 in de zaak tussen
[eiser] , handelend onder de naam [bedrijf] , te [plaats 1] , eiser
Procesverloop
Feiten
24 januari 2013 een bezoek aan eisers bedrijf gebracht. Tijdens die controle heeft de toezichthouder eiser gesproken en metingen verricht.
met 1.466 kg. Het totale boetebedrag bedraagt € 26.760,-.
(LEE 15/5014) te beoordelen en daarna het beroepschrift tegen de betalingsregeling
(LEE 15/4913) te beoordelen.
Beoordeling van het beroepschrift tegen de boeteoplegging (LEE 15/5014)
10,69 hectare. Verweerder heeft aangevoerd dat eiser over perceel 1 een oppervlakte van 2,28 hectare op het GO-formulier heeft ingevuld en een oppervlakte van 2,041 hectare op de GO-kaart heeft ingetekend. Verweerder heeft de beteelde tot het bedrijf behorende oppervlakte voor perceel 1 vastgesteld op 2,027 hectare zoals opgenomen in het AAN. De door eiser ingevulde/ingetekende mestopslag is namelijk geen landbouwgrond als opschreven in artikel 1 van de Msw, aldus verweerder. Wat de percelen 2 tot en met 7 betreft, heeft verweerder de door eiser ingetekende oppervlakte overgenomen omdat die oppervlakte overeenkomt met de oppervlaktes zoals opgenomen in het AAN. Eiser heeft op het formulier van de GO 2012 grotere oppervlaktes ingevuld, dan de oppervlaktes die eiser op de kaarten heeft ingetekend, aldus verweerder.
31 januari 2013 ingevulde formulier ‘Aanvullende gegevens 2012’ (hierna: het AGL 2012), aldus verweerder.
250 kg stikstof per hectare landbouwgrond op of in de grond brengen. Uit het afdoeningsrapport volgt dat eisers dieren 309 kg stikstof per hectare hebben geproduceerd. Tevens hebben eisers dieren 123 kg fosfaat per hectare geproduceerd, terwijl de fosfaatgebruiksnorm voor 6,81 hectare grasland 100 kg fosfaat per hectare was en voor
3,88 hectare grasland 95 kg fosfaat per hectare was. Eisers dieren hebben dus ruimschoots meer stikstof en fosfaat geproduceerd dan volgens de normen was toegestaan, aldus verweerder.
14 februari 2013 en op eisers eigen mestadministratie. Die bevindingen zijn verwerkt in de bij primair besluit gevoegde ‘Berekening gebruik meststoffen 2012’ (hierna: de Berekening).
in 2012.
€ 14,14 (2 maal € 7,07; retourreis met het openbaar vervoer tussen [adres] te [plaats 1] en Guyotplein 1 te Groningen).
Beoordeling van het beroepschrift tegen de betalingsregeling (LEE 15/4913)
€ 100,- per maand is afgeweken van zijn reguliere beleid van € 500,- per maand voor een natuurlijk persoon. Uit de tot op heden door eiser overgelegde financiële stukken blijk dat eisers liquiditeitspositie niet bepaald rooskleurig is, maar niet dat eiser in het geheel niet in staat zou zijn om het bedrag van € 100,- per maand te voldoen. Eisers financiële situatie (inkomen/vermogen versus uitgaven/schulden) is onvoldoende duidelijk geworden, aldus verweerder.
30 juni 2015 geen recente betalingsverplichtingen volgen en dat eiser ter zitting heeft verklaard dat hij het op dit moment met de bank wel redt. Voorts volgt uit de verklaring van eisers zoon van 29 oktober 2015 noch enig ander gedingstuk dat eisers zoon de opeising van de lening verder heeft geëffectueerd. Dat eiser (nog) niet is overgegaan tot de verkoop van zijn onroerende goed, betreft een eigen keuze van eiser. Daarnaast heeft eiser ter zitting verklaard dat hij wel in staat is bepaalde schulden, zoals de schuld aan Halma, te betalen. In het licht van die feiten en omstandigheden acht de rechtbank de betalingsregeling niet onredelijk.
Beslissing
mr. R.A. Schaapsmeerders, griffier.