ECLI:NL:RBNNE:2015:6183
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.J. Vonk
- W.M.G. Visser
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; beoordeling voortvarendheid en boete
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst over een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. Eiseres ontving een navorderingsaanslag naar een belastbaar inkomen van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 13.037, met een vergrijpboete van 100% van de boetegrondslag. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde de aanslag en de boete. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij zij stelde dat de inspecteur niet voortvarend heeft gehandeld en dat de boete onterecht was opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de navorderingsaanslag binnen de wettelijke termijn van vijf jaar is opgelegd, maar dat de behandeling van de zaak langer heeft geduurd dan redelijk is. De rechtbank oordeelde dat de redelijke termijn van twee jaar was overschreden en dat eiseres recht had op een schadevergoeding voor immateriële schade. De rechtbank heeft de boete verminderd tot 72% van de boetegrondslag, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn. Daarnaast heeft de rechtbank de proceskosten en het griffierecht aan eiseres toegewezen.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en biedt een belangrijke beoordeling van de voortvarendheid van de Belastingdienst bij het opleggen van navorderingsaanslagen en de gevolgen van een overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken.