ECLI:NL:RBNNE:2015:4152
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van naturalisatie op basis van openbare orde en toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en een eiser met de Iraakse nationaliteit, die verzocht om naturalisatie. Het verzoek werd afgewezen op grond van ernstige vermoedens dat de eiser een gevaar voor de openbare orde vormt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris zich bij de afwijzing heeft gebaseerd op een eerdere veroordeling van de eiser tot een onvoorwaardelijke taakstraf van 50 uren wegens een strafbaar feit. De eiser heeft in beroep aangevoerd dat het begrip 'openbare orde' in de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) niet overeenkomt met het begrip in het gemeenschapsrecht en dat er voldoende redenen zijn om van het beleid af te wijken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek om naturalisatie terecht was, omdat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden die in de Handleiding voor de toepassing van de RWN zijn vastgesteld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er ernstige vermoedens bestaan dat de eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.