Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in (voorwaardelijke) reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in (voorwaardelijke) reconventie
- de conclusie van dupliek in (voorwaardelijke) reconventie
- de akte overlegging producties van Spaansen
- de pleidooizitting van 20 november 2014.
2.De feiten
Terugblik
verkopen, waarbij door Spaansen een aantal voorwaarden is gesteld. Spaansen heeft in haar aanbod voorts de intentie uitgesproken om een nieuwe fabriek te bouwen naast de huidige fabriek aan de Nieuwe Industriehaven te Harlingen en dat zij de zeebodem/het talud voor het perceel in de Nieuwe Industriehaven van de Spaansen-bedrijven zal
aankopen voor een bedrag van € 150.000,-. Nadien hebben er nog enkele vervolgbesprekingen tussen partijen plaatsgevonden, onder meer over de door Spaansen gestelde voorwaarden.
2.2. Aankopen in een breder perspectief
Vraag 5a:
3.De vorderingen in conventie en in reconventie
in conventie
4.De standpunten van partijen in conventie
De gemeente
onredelijkwordt benadeeld door het feit dat de gemeente haar aanspraak op terugbetaling van een gedeelte van de koopsom, als zijnde onrechtmatige staatssteun, alsnog geldend maakt, dient haar beroep op rechtsverwerking door de gemeente verworpen te worden.
verkoopvan gronden en gebouwen hetzij een onafhankelijke biedprocedure (art. II.1) dan wel, voorafgaande aan de verkooponderhandelingen, een taxatie door een onafhankelijk taxateur te doen verrichten (art. II.2.) om de marktwaarde vast te stellen op grond van algemeen aanvaarde marktindicaties en taxatiecriteria. Volgens onder meer de Handreiking Grondtransacties en Staatssteun uit mei 2005 van het Ministerie van VROM kan deze Mededeling naar analogie ook bij
aankoopvan gronden door overheden worden toegepast. Daargelaten of er - ondanks de Mededeling - als zodanig geen andere wijzen van taxaties in het kader van grondtaxaties waarbij overheden zijn betrokken gevolgd zouden mogen worden (zie HvJ EU 16 december 2010, C-239/09 inzake Seydaland), is de rechtbank van oordeel dat de Mededeling slechts betrekking heeft op de
verkoopvan gronden en gebouwen. Daartoe overweegt de rechtbank allereerst dat de Mededeling blijkens de gebruikte bewoordingen slechts ziet op staatssteunelementen bij de
verkoop van gronden en gebouwen door de overheid. Voorts verwijst de rechtbank naar de beschikking van de Europese Commissie inzake steunverlening aan Nederlandse profvoetbalclubs van 6 maart 2013 (Steunmaatregel SA.33584, 2013/C). In dezen hadden de Nederlandse autoriteiten zich beroepen op voornoemde Mededeling. De Commissie oordeelt in deze beschikking dat de Mededeling alleen betrekking heeft op de
verkoopvan gronden en gebouwen die in overheidshanden berusten. Zij betreft dus niet de situatie dat de overheid tot
aankoopvan gronden overgaat, aldus de Commissie. Aan het niet naleven van de Mededeling kan, anders dan door de gemeente is betoogd, niet het door de gemeente gestelde vermoeden worden ontleend.
"na eventuele sloop en sanering te gebruiken als bouwgrond ten behoeve van woningbouw".Daaruit blijkt dat (ook) de gemeente het terrein ten behoeve van woningbouw wilde gebruiken. Gebruik als grond voor woningbouw moet derhalve als uitgangspunt worden genomen, in welk geval, zo staat vast, sanering van het terrein noodzakelijk was. Bij de beoordeling van de marktconformiteit van de door de gemeente verschuldigde prijs voor het Spaansen-terrein gaat het derhalve, samenvattend, om de onderhandse verkoopwaarde, in ongesaneerde staat, met als bestemming woningbouw.
6.De standpunten van partijen in (voorwaardelijke) reconventie
voorwaardelijkereconventie, voor het geval de rechtbank oordeelt dat er wél sprake is van staatssteun in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU en de steunmaatregel ex artikel 107 lid 1 VWEU groter is dan de de-minimis drempel van € 200.000,-, dient de gemeente veroordeeld te worden om de koopovereenkomsten met betrekking tot de locaties Kanaalweg en Lange Lijnbaan bij de Europese Commissie te melden. Tevens dient dan voor recht te worden verklaard dat Spaansen gerechtigd is om een eventuele vordering van de gemeente te verrekenen met de vordering in reconventie ad € 2.000.000,- en dient het de gemeente verboden te worden om de status quo van de locatie Kanaalweg te veranderen, alsmede deze locatie te vervreemden en dient de gemeente veroordeeld te worden de gebouwen te onderhouden en te verzorgen als een goed huisvader totdat in hoogste instantie over de geschillen in conventie en reconventie is beslist. Bij toewijzing van de vorderingen in reconventie is het van belang dat Spaansen een doorstart kan maken op het Spaansen-terrein. Indien er niet onderhandeld zou zijn op basis van onteigening, dan dient Spaansen alsnog onteigend te worden op basis van het DLG-rapport, althans dient de gemeente haar voornemen tot onteigening alsnog uit te spreken.
7.De verdere beoordeling van het geschil in (voorwaardelijke) reconventie
8.BESLISSING
12 augustus 2015voor het nemen van een akte door beide partijen inzake hetgeen hiervoor in rechtsoverwegingen 5.48 en 7.11 en - voor wat betreft de gemeente - mede over hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 5.40;