Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 augustus 2014;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 december 2014.
2.De feiten
Gemeente het kunstwerk "de Virtuele Boteringepoort" ontworpen en gerealiseerd.
3.Het geschil
naar redelijkheidhet kunstwerk niet mocht vernietigen.
4.De beoordeling
kanzijn. Het op een andere opvatting gestoelde verweer van de Gemeente faalt daarom.
Dat betekent niet¸zo overweegt de Hoge Raad in rechtsoverweging 4.6. van zijn arrest,
zwaarwegendebelangen zijn gemoeid met de vernietiging van het kunstwerk (vergelijk in dat verband ook de conclusie van A-G Verkade, voorafgaand aan het hiervoor genoemde arrest, ECLI:NL:HR:2004:AN7830). Het komt erop aan of de Gemeente
naar redelijkheid,gelet op de belangen van [eiser] bij het behoud van het kunstwerk, tot haar beslissing kon komen. Hierbij moet verder in overweging worden genomen dat gelet op de door [eiser] gewijzigde eis, in deze zaak niet meer te beoordelen staat of de Gemeente naar redelijkheid kon besluiten het kunstwerk te verwijderen, maar of de Gemeente in de gegeven omstandigheden gehouden is het kunstwerk weer volledig werkend te krijgen en te herplaatsen op de oorspronkelijke locatie.
ofde Gemeente naar redelijkheid het kunstwerk mocht verwijderen, zoals zij nadat het hof arrest heeft gewezen feitelijk ook heeft gedaan.
naar redelijkheidmocht besluiten het kunstwerk daadwerkelijk te verwijderen. [eiser] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit iets anders kan worden afgeleid. Tegen deze achtergrond is zonder nadere toelichting die [eiser] niet heeft gegeven, niet begrijpelijk waarom de Gemeente thans gehouden zou zijn het kunstwerk te repareren en terug te plaatsen op de oorspronkelijke locatie. Hierop stuiten de vorderingen van [eiser] af.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)