Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 juli 2025 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [plaats], verzoeker
Samenvatting
Procesverloop
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Rechtbank Noord-Holland
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 22 juli 2025, wordt het verzoek van een Somalië afkomstige man om een voorlopige voorziening voor maatschappelijke opvang afgewezen. De man, die in Nederland woont met zijn 14-jarige zoon, had een aanvraag ingediend voor toegang tot maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De voorzieningenrechter oordeelt dat, hoewel er sprake is van een spoedeisend belang, het beroep geen redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter stelt vast dat de man zelfredzaam is en in staat wordt geacht om zelf een oplossing voor zijn huisvestingsprobleem te vinden. De afwijzing van zijn aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar wordt als terecht beoordeeld. De voorzieningenrechter wijst erop dat de man in het verleden in staat is geweest om onderdak te regelen en dat hij momenteel een inkomen heeft. De belangen van zijn zoon zijn ook in de beoordeling meegenomen, maar er is geen bewijs dat de afwijzing van de opvang onaanvaardbare gevolgen voor hem heeft. De voorzieningenrechter concludeert dat de man de beroepsprocedure kan afwachten zonder dat er een voorlopige voorziening nodig is.