Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de voorzieningenrechter van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt het verzoek van verzoekster om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster had zich samen met haar twee minderjarige kinderen gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam voor opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college had echter geoordeeld dat verzoekster in staat was om zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en dat zij niet in aanmerking kwam voor opvang. De voorzieningenrechter van de rechtbank had het beroep van verzoekster tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat verzoekster niet heeft aangetoond dat zij door problemen bij het zich handhaven in de samenleving niet in staat is zelf in onderdak voor haar en haar kinderen te voorzien. De Raad concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen en dat de afwijzing van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening opvang in stand blijft. Verzoekster krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht.