In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) voor de kosten van de eigen bijdrage voor individuele begeleiding. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen afgewezen met een besluit van 11 juli 2022, en het bezwaar van eiser werd bij het bestreden besluit van 6 september 2022 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft besloten geen zitting te houden, omdat partijen daarmee instemden.
Eiser ontving individuele begeleiding via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en had bijzondere bijstand aangevraagd voor de eigen bijdrage. Verweerder wees de aanvraag af, omdat er een passende voorliggende voorziening was. De rechtbank beoordeelt de afwijzing aan de hand van de beroepsgronden van eiser, die stelt dat hij in een financiële crisis verkeert en de Nederlandse taal niet beheerst. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing terecht was, omdat er een passende regeling bestaat die de eigen bijdrage dekt.
De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een schrijnende situatie die het verlenen van bijstand onvermijdelijk maakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, en is openbaar uitgesproken op 29 augustus 2024.