In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 19 augustus 2024, met zaaknummer AWB - 22 _ 3504, wordt de ontvankelijkheid van de beroepen van eiseres, een B.V., beoordeeld. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van haar bezwaar tegen diverse uitnodigingen tot betaling (utb's) door de Douane. De rechtbank concludeert dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar beroep omdat zij de verplichte voorprocedure niet heeft doorlopen. De rechtbank stelt vast dat de uitspraken op bezwaar ten onrechte op naam van eiseres zijn gesteld, aangezien het bezwaar door een andere rechtspersoon is ingediend. De rechtbank oordeelt dat de beslissing op bezwaar geen rechtsgevolg heeft voor eiseres, waardoor zij geen recht op beroep heeft op grond van het Douanewetboek van de Unie (DWU) of het Nederlands procesrecht. De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk en wijst de verzoeken om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af.