Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en de tegenvordering
4.De beoordeling
€ 132,00(1/2 salarispunt plus de verhoging
€ 102,00(1/2 salarispunt plus de verhoging
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft [eiser] een vordering ingesteld tegen de stichting Woningstichting Het Grootslag, naar aanleiding van een ontruiming van zijn woning op 28 april 2020. [eiser] huurde de woning sinds 1 oktober 2010 en was sinds 10 oktober 2019 gedetineerd. Op 25 maart 2020 werd hij in kort geding veroordeeld tot ontruiming van de woning. De ontruiming vond plaats zonder dat [eiser] aanwezig was, en hij stelt dat deze onzorgvuldig is uitgevoerd, waardoor hij schade heeft geleden. De kantonrechter oordeelt dat het ontruimingsvonnis een geldige titel was voor de ontruiming en dat er geen sprake was van misbruik van executiebevoegdheid. De kantonrechter concludeert dat [eiser] voldoende tijd had om zijn woning te ontruimen en dat Het Grootslag niet onzorgvuldig heeft gehandeld. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Daarnaast wordt de tegenvordering van Het Grootslag voor huurachterstand en herstelkosten gedeeltelijk toegewezen, waarbij de kantonrechter oordeelt dat bepaalde bedingen in de algemene huurvoorwaarden oneerlijk zijn en vernietigd worden.