ECLI:NL:GHARL:2023:1544
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Executoriale titel voor ontruimingskosten en nakosten in kort geding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen Stichting Rhenam Wonen (hierna: Rhenam) en een geïntimeerde. Rhenam had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 4 oktober 2021 was gewezen. De voorzieningenrechter had geoordeeld dat het ontruimingsvonnis geen executoriale titel opleverde voor het verhaal van ontruimingskosten, en had Rhenam veroordeeld tot terugbetaling van geïncasseerde bedragen. Rhenam was van mening dat het ontruimingsvonnis wel degelijk een executoriale titel opleverde voor de ontruimingskosten, en dat de voorzieningenrechter ten onrechte had geoordeeld dat er een afzonderlijke executoriale titel nodig was.
Het hof heeft in zijn oordeel bevestigd dat het ontruimingsvonnis inderdaad een executoriale titel oplevert voor het verhaal van de ontruimingskosten. Het hof oordeelde dat de kosten die gepaard gaan met een gedwongen ontruiming onder de nakosten vallen, zoals geregeld in de artikelen 555 e.v. Rv en 3:297 BW. Het hof heeft ook geoordeeld dat Rhenam op grond van het ontruimingsvonnis beslag had mogen leggen op de uitkering van de geïntimeerde, omdat deze de hoogte van de ontruimingskosten niet had betwist.
De conclusie van het hof was dat de vorderingen van de geïntimeerde tot opheffing van het executoriale derdenbeslag en tot terugbetaling van de geïncasseerde bedragen alsnog moesten worden afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de vorderingen van de geïntimeerde afgewezen, waarbij iedere partij de eigen kosten moest dragen. Dit arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.