In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. L.A. Fischer, en Zilveren Kruis Zorgkantoor, vertegenwoordigd door mr. T. van Eijk. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afkeuring van haar zorgovereenkomst met zorgverlener Siffa Dienstverlening door het Zorgkantoor. De rechtbank oordeelde dat de afkeuring niet in overeenstemming was met de geldende wetgeving, specifiek artikel 5:16 van de Regeling langdurige zorg, en dat de motivering van het besluit van het Zorgkantoor gebreken vertoonde. De rechtbank vernietigde het besluit van 1 juni 2023, omdat het niet voldeed aan de eisen van een deugdelijke motivering zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat de zorgovereenkomst inmiddels voldeed aan de eisen en dat de redenen voor afkeuring niet gerechtvaardigd waren. Eiseres had belang bij de zorg in een vertrouwde setting, en de rechtbank oordeelde dat het Zorgkantoor een nieuwe beslissing op het bezwaar moest nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd het Zorgkantoor veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiseres.