ECLI:NL:RBNHO:2024:2287
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsuitkering na ontvangen erfenis onder de Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 20 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de beëindiging en terugvordering van zijn bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) beoordeeld. Eiser ontving sinds 2 januari 2018 bijstand, maar na het overlijden van zijn tante op 23 oktober 2021, heeft hij een erfenis van € 37.500 ontvangen. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort, heeft de bijstandsuitkering van eiser ingetrokken en een bedrag van € 8.966,24 aan te veel betaalde bijstand teruggevorderd. Eiser is het niet eens met de terugvordering en stelt dat het onrechtvaardig is dat de erfenis wordt toegerekend aan het moment van overlijden, terwijl hij pas later op de hoogte was van het bedrag.
De rechtbank oordeelt dat de terugvordering op basis van artikel 58 van de Pw terecht is, omdat de aanspraak op de erfenis ontstaat op het moment van overlijden van de erflater. De rechtbank erkent de zorgen van eiser over de 'menselijke maat', maar stelt dat de wetgeving en jurisprudentie in deze situatie niet in zijn voordeel zijn. De rechtbank vernietigt het besluit van verweerder, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de terugvordering blijft bestaan. Eiser krijgt wel een vergoeding van zijn proceskosten en het griffierecht wordt vergoed door verweerder.