4.1.[eiser] vordert – na wijziging van eis, voor zover mogelijk verkort weergegeven – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
Primair
I. voor recht te verklaren dat sprake is van dwaling aan de zijde van [eiser] en/of bedrog en/of misbruik van omstandigheden aan de zijde van [gedaagde 1] c.s.,
II. voor recht te verklaren dat de Trinity overeenkomst, met uitzondering van de koopovereenkomst ten aanzien van de woning in [plaats 3] van 30 juni 2021, is vernietigd, of
III. de Trinity overeenkomst gedeeltelijk, met uitzondering van de eerder genoemde koopovereenkomst, te vernietigen,
IV. de eerder genoemde koopovereenkomst, gedeeltelijk, uitsluitend voor wat betreft de koopprijs, te vernietigen en te bepalen dat de koopprijs wordt vastgesteld op € 504.000,00,
V. voorwaardelijk, wanneer de rechtbank oordeelt dat tussen [gedaagde 2] en [eiser] een koopovereenkomst ten aanzien van het appartement in [plaats 4] tot stand is gekomen, die koopovereenkomst te vernietigen,
VI. [gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van € 923.854,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
VII. [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 269.000,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
Subsidiair
VIII. voor recht te verklaren dat [gedaagde 1] c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de Trinity overeenkomst,
IX. de Trinity overeenkomst, gedeeltelijk, met uitzondering van de koopovereenkomst ten aanzien van de woning in [plaats 3] van 30 juni 2021, te ontbinden,
X. de eerder genoemde koopovereenkomst, gedeeltelijk, uitsluitend voor wat betreft de koopprijs, te vernietigen en te bepalen dat de koopprijs wordt vastgesteld op € 504.000,00,
XI. voorwaardelijk, wanneer de rechtbank oordeelt dat tussen [gedaagde 2] en [eiser] een koopovereenkomst ten aanzien van het appartement in [plaats 4] tot stand is gekomen, die koopovereenkomst te vernietigen,
XII. [gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van € 923.854,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
XIII. [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 269.000,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
Meer subsidiair
XIV. voor recht te verklaren dat [gedaagde 1] c.s. onrechtmatig hebben gehandeld tegenover [eiser],
XV. de koopovereenkomst ten aanzien van de woning in [plaats 3] van 30 juni 2021, gedeeltelijk, uitsluitend voor wat betreft de koopprijs, te vernietigen en te bepalen dat de koopprijs wordt vastgesteld op € 504.000,00,
XVI. voorwaardelijk, wanneer de rechtbank oordeelt dat tussen [gedaagde 2] en [eiser] een koopovereenkomst ten aanzien van het appartement in [plaats 4] tot stand is gekomen, die koopovereenkomst te vernietigen,
XVII. [gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van € 923.854,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
XVIII. [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 269.000,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
Meer subsidiair wanneer geen maatschap of vrije goederen gemeenschap tussen partijen
wordt aangenomen
XIX. voor recht te verklaren dat [gedaagde 1] c.s. al hetgeen zijn van [eiser] hebben ontvangen zonder rechtsgrond onder zich houden,
de koopovereenkomst ten aanzien van de woning in [plaats 3] van 30 juni 2021, gedeeltelijk, uitsluitend voor wat betreft de koopprijs, te vernietigen en te bepalen dat de koopprijs wordt vastgesteld op € 504.000,00,
voorwaardelijk, wanneer de rechtbank oordeelt dat tussen [gedaagde 2] en [eiser] een koopovereenkomst ten aanzien van het appartement in [plaats 4] tot stand is gekomen, die koopovereenkomst te vernietigen,
[gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van € 923.854,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
[gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 269.000,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
Meer subsidiair wanneer een vrije goederen gemeenschap tussen partijen wordt aangenomen
voor recht te verklaren dat sprake is van een vrije goederengemeenschap en te bevelen dat die gemeenschap wordt verdeeld en [eiser] aandeel wordt terugbetaald aan hem,
de koopovereenkomst ten aanzien van de woning in [plaats 3] van 30 juni 2021, gedeeltelijk, uitsluitend voor wat betreft de koopprijs, te vernietigen en te bepalen dat de koopprijs wordt vastgesteld op € 504.000,00,
voorwaardelijk, wanneer de rechtbank oordeelt dat tussen [gedaagde 2] en [eiser] een koopovereenkomst ten aanzien van het appartement in [plaats 4] tot stand is gekomen, die koopovereenkomst te vernietigen,
[gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van € 923.854,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
[gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 269.000,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
Meer subsidiair wanneer een maatschap tussen partijen wordt aangenomen
voor recht te verklaren dat de maatschap tussen partijen is ontbonden, of
de maatschap tussen partijen te ontbinden,
te bevelen dat de gemeenschap van goederen en verplichtingen van de maatschap worden vereffend,
de koopovereenkomst ten aanzien van de woning in [plaats 3] van 30 juni 2021, gedeeltelijk, uitsluitend voor wat betreft de koopprijs, te vernietigen en te bepalen dat de koopprijs wordt vastgesteld op € 504.000,00,
voorwaardelijk, wanneer de rechtbank oordeelt dat tussen [gedaagde 2] en [eiser] een koopovereenkomst ten aanzien van het appartement in [plaats 4] tot stand is gekomen, die koopovereenkomst te vernietigen,
[gedaagde 1] te veroordelen tot betaling van € 923.854,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
[gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 269.000,00, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022, aan [eiser],
Bij toewijzing van primair, subsidiair of meer subsidiair
[gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 3.277,27 aan beslagkosten, vermeerderd met het griffierecht en salaris advocaat, verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf twee weken na de uitspaak van dit vonnis,
[gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van
€ 54.796,17 aan volledige proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente daarover met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis,
XXXVIII. [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 2.099,83 met de wettelijke rente daarover vanaf 16 mei 2022.