Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een opgelegde verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 juni 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen. De gemachtigde van de betrokkene, A. Khadri, heeft het verweer gevoerd dat de hoorplicht was geschonden, omdat de betrokkene niet fysiek was gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoorplicht inderdaad was geschonden, maar heeft geen aanleiding gezien om de boete met 25 procent te verlagen, omdat de gemachtigde aanwezig was en de betrokkene bijgestaan werd. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd, maar het beroep tegen de boete ongegrond verklaard. De kantonrechter heeft ook het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in administratieve procedures, maar ook dat niet elke schending automatisch leidt tot een verlaging van de boete.