Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 april 2023 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van Cocensus, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil2. In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2020.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
- wijzigt de beschikking aldus dat de vastgestelde waarde wordt verminderd tot € 325.000;
- vermindert de aanslag onroerendezaakbelastingen tot een berekend naar een waarde van € 325.000
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van immateriële schade van eiser tot een bedrag van € 500;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.266;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht aan eiser te vergoeden tot een bedrag van € 50.
A.C. Karels, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2023.