Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting [stichting]
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten)”.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert een werknemer, aangeduid als [eiseres], betaling van achterstallig loon van een stichting, hierna te noemen 'de Stichting'. De Stichting betwist de vordering en stelt dat er geen geldige arbeidsovereenkomst is gesloten en dat de werknemer geen werkzaamheden heeft verricht. De kantonrechter heeft op 27 december 2023 geoordeeld dat er wel degelijk een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen en dat de werknemer voldoende bewijs heeft geleverd van de verrichte werkzaamheden. De zaak begon met een dagvaarding op 25 april 2023, gevolgd door een zitting op 16 augustus 2023, waar de kantonrechter een mondelinge tussenuitspraak deed. Op 29 november 2023 vond een tweede zitting plaats, waarbij de Stichting niet aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer 338,75 uur voor de Stichting heeft gewerkt en heeft de vordering tot betaling van loon toegewezen, inclusief wettelijke verhoging en proceskosten. De Stichting is veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 4.080,69 aan de werknemer, evenals de proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter P.J. Jansen.