Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de uitgebrachte dagvaarding van 7 november 2023 met 9 producties (1-9)
- de e-mail en brief van 28 november 2023 van mr. Van der Weide voornoemd met twee aanvullende producties zijdens [eiser] (10-11)
- de bij brief van 29 november 2023 en e-mail van 30 november 2023 toegezonden conclusie van antwoord van AIM met 9 producties (1-9)
- de mondelinge behandeling op 1 december 2023
- de pleitnota van de advocaten van [eiser]
- de spreekaantekeningen van de advocaten van AIM.
2.De feiten
‘certificates’met cc aan [eiser] heeft [betrokkene 2] namens EVG de certificaten “
as given to AIM” gestuurd, voorzien van een aantal certificaten. In die e-mail staat onder meer:
in about 30 min.
‘certificates’met cc aan [eiser], voorzien van een aantal certificaten, heeft [betrokkene 2] onder meer het volgende geschreven:
(…)
2.Feiten
3.Het geschil
gedaagde bij vonnis te veroordelen om het conservatoire beslag dat op (het aandeel van [eiser] in) de onroerende zaak aan het [adres] te [postcode], [plaats] is gelegd, binnen drie dagen na de betekening van het in dezen te wijzen vonnis in kort geding op te heffen;
het aan gedaagde te verbieden opnieuw conservatoir beslag jegens [eiser] te leggen voor (één van de) vorderingen zoals opgenomen in de dagvaarding die AIM op 1 augustus 2023 aan [eiser] heeft laten uitbrengen;
gedaagde te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een dwangsom van € 25.000 per dag dat gedaagde in overtreding is met de veroordeling onder I. of II.;
gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de vijftiende dag na de datum van het te dezen te wijzen vonnis, en in de nakosten, conform het liquidatietarief begroot op € 173 dan wel, in het geval van betekening, € 271;
gesteldom te kunnen vaststellen dat [eiser] wist of behoorde te weten dat het aan AIM verkochte LED-bannersysteem niet aan alle vereisten voldeed. De verklaring van [betrokkene 2] van 20 juni 2023 is daarbij niet meegewogen.
4.De beoordeling
Bevoegdheid
NJ1997/481). Er zal evenwel beslist moeten worden aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Bij de beoordeling van het opheffingsverzoek zal de voorzieningenrechter een afweging dienen te maken van de wederzijdse belangen, waarbij moet worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag. De Hoge Raad heeft hieraan toegevoegd dat een conservatoir beslag naar zijn aard ertoe strekt om te waarborgen dat, zo een vooralsnog niet vaststaande vordering in de bodemprocedure wordt toegewezen, verhaal mogelijk zal zijn, terwijl de beslaglegger bij afwijzing van de vordering zal kunnen worden aangesproken voor de door het beslag ontstane schade.
vennootschapaansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een
bestuurdervan de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid geldt een hoge drempel. Deze hoge drempel voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat ten opzichte van de wederpartij primair sprake is van handelingen van de vennootschap en door het maatschappelijk belang dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen. [2]
Alle certificaten liggen klaar op kantoor, ten behoeve van de bundesliga. Wanneer ze nog aanvullingen hebben op de bestaande lijst hoor ik het graag” kon [eiser], als verkoper, redelijkerwijs afleiden dat het LED-bannersysteem beschikte over de benodigde certificaten. AIM heeft deze e-mails niet betwist. Wel heeft AIM gewezen op de verklaringen van [betrokkene 2] uit 2015 en 2023. Deze verklaringen – die zoals [eiser] onbetwist heeft gesteld zijn opgesteld ná de breuk tussen [eiser] en EVG/[betrokkene 2] – doen naar het oordeel van de voorzieningenrechter evenwel niet af aan de inhoud van de e-mails van [betrokkene 2] uit 2008 en aan de gerechtvaardigde verwachting die [eiser] daaraan kon ontlenen. [betrokkene 2] schrijft in de latere verklaringen namelijk niet waarop de (vermeende) wetenschap van [eiser] was gebaseerd
dat het LED-bannersysteem en de bijbehorende documentatie bij het sluiten van de overeenkomst tussen SportLED en AIM in de zomer van 2008 en de levering niet voldeed aan de technische en juridische (veiligheids)vereisten uit de Europese productwet- en regelgevingen
dat de banner niet beschikte over alle noodzakelijke certificaten voor gebruik van de banner in de Europese Unie en Zwitserland.En weliswaar is in de e-mail van [betrokkene 2] van februari 2008 niet met zoveel woorden te lezen dat [betrokkene 2] bevestigt dat het systeem over alle benodigde certificaten beschikte, maar uit de hierboven aangehaalde zin mocht [eiser] dit wel redelijkerwijs afleiden. De zin
Ik heb herhaaldelijk aan de heer [eiser] voorgehouden dat het verstandig was om het systeem terug te vragen om het om te bouwen, maar de heer [eiser] wilde daar onder geen beding van horen. Hij was van mening dat AIM toch niet zou betalen, ook wanneer het systeem door ons in orde zou zijn gebracht.ziet kennelijk op de situatie ná de verkoop van het LED-bannersysteem aan AIM en is daarom – wat er verder ook van zij – niet relevant voor de wetenschap van [eiser] ten tijde van de verkoop aan AIM. Bovendien heeft EVG/[betrokkene 2] kennelijk ook na de verkoop en nadat er bij AIM klachten waren gerezen volgehouden dat het LED- bannersysteem conform was, zo blijkt uit de e-mail van [betrokkene 2] van augustus 2008 en de e-mails van mr. Sturhoofd van augustus en september 2008. Dat [eiser] (overigens: pas) vanaf 10 juni 2008 indirect enig bestuurder was van SportLED International/DES doet aan het bovenstaande niet af. [eiser] heeft – onbetwist – gesteld dat hij in de fase van totstandkoming van de overeenkomst tussen SportLED International/DES en AIM veelvuldig telefonisch contact onderhield met [betrokkene 2].
(‘declaration of conformity'). Aangezien voorshands voldoende aannemelijk is dat EVG/[betrokkene 2], samen met [eiser], betrokken was bij de verkoop van het LED-bannersysteem door SportLED International/DES aan AIM en EVG/[betrokkene 2] degene was die begrip had van de technische kant, kan niet gezegd worden dat [eiser] persoonlijk aansprakelijk is voor het feit dat er niet meteen bij de levering van het LED-bannersysteem een ‘verklaring van overeenstemming’ was, zoals AIM heeft betoogd (nog los van de vraag of het gegeven dat die verklaring ontbrak van belang is geweest voor het oordeel van het Landgericht dat naar Duits recht het LED-bannersysteem non-conform was, een vraag waar partijen ter zitting in dit kort geding geen antwoord op konden geven).
werkdagen na betekening van dit vonnis (in plaats van binnen drie dagen na betekening ervan). De overige door [eiser] aangevoerde opheffingsgronden kunnen buiten beschouwing blijven.
1.079,00