Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
Na ingebruikneming zijn er problemen ontstaan met de pers. OMC is meermalen langs geweest om de problemen te verhelpen en materialen te leveren. BessTrade weigert de kosten die OMC daarvoor in rekening heeft gebracht te betalen. BessTrade stelt dat de afgeleverde balenpers niet aan de overeenkomst beantwoordt, zodat zij als koper herstel en vergoeding voor de geleden schade kan eisen. De door OMC gemaakte herstelkosten kunnen volgens BessTrade niet aan haar in rekening worden gebracht. Verder beroept BessTrade zich op opschorting van haar betalingsverplichting totdat OMC een conforme balenpers levert. De rechtbank komt in dit vonnis tot het oordeel dat de vorderingen van BessTrade tot nakoming en schadevergoeding zijn verjaard. Dit leidt ertoe dat ook de verweren van BessTrade tegen de door OMC gevorderde betaling van negen openstaande facturen niet kunnen slagen. BessTrade dient deze facturen van OMC te voldoen.
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie met producties 1-10;
- het tussenvonnis van 22 maart 2023, waarbij de rechtbank een mondelinge behandeling heeft bevolen;
- het rolbericht van 4 september 2023 met producties 34 en 35 van de zijde van BessTrade.
2.De feiten
“Cliënte kan zich niet verenigen met de inhoud van het deskundigenrapport – zoals ook blijkt uit het commentaar van cliënte op het deskundigenrapport. Cliënte zal inderdaad een procedure aanhangig maken. De dagvaarding is nagenoeg gereed en zal spoedig worden uitgebracht.”
“(..) Ik wil nogmaals benadrukken dat cliënte simpelweg van mening is dat de machine niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. (..) Ik zeg u toe dat ik tracht in de komende twee weken de dagvaarding uit te brengen.”
3.Het geschil
II. OMC veroordeelt, voor eigen rekening en risico, de balenpers te herstellen op een dusdanige wijze dat deze beantwoordt aan de overeenkomst binnen één maand na betekening van het vonnis;
III. de veroordeling onder II uitspreekt op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat niet, of niet volledig, daaraan is voldaan, met een maximum van € 100.000,00;
IV. OMC veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 109.344,90, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, aan BessTrade:
VI. OMC veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Voor zover de facturen zien op werkzaamheden van OMC die noodzakelijk waren voor herstel van de afgeleverde balenpers, beroept BessTrade zich op artikel 7:21 lid 2 BW: deze kosten kunnen niet aan haar als koper in rekening worden gebracht. Subsidiair beroept BessTrade zich ook op opschorting.
Tot slot betwist BessTrade dat OMC zich voor de gevorderde buitengerechtelijke kosten kan baseren op de Metaalunievoorwaarden. BessTrade beroept zich op vernietiging van deze voorwaarden, omdat deze haar niet ter hand zijn gesteld.
4.De beoordeling
- de e-mail van 17 januari 2022, waarin BessTrade op een vraag van OMC heeft geantwoord dat BessTrade inderdaad een procedure aanhangig zal maken;
BessTrade betwist de onderliggende werkzaamheden/leveringen waarop deze facturen zien niet. Echter, zij meent de facturen toch niet verschuldigd te zijn.
Dit betekent dat ook de overige zeven facturen toewijsbaar zijn.