Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift, ontvangen op de rechtbank op 28 december 2021,
- het verweerschrift,
- de mondelinge behandeling op 8 maart 2022,
- de aantekeningen van mr. Toonen.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
– anders dan verweerder meent – niet reeds op voorhand duidelijk is dat de eventuele vorderingen van verzoekster kansloos zullen zijn. Dit hangt immers (mede) af van hetgeen de getuigen zullen verklaren. Verzoekster moet dan ook worden geacht voldoende belang te hebben bij haar verzoek. Van strijd met een goede procesorde – aan welk verweer dezelfde stellingen ten grondslag liggen – is (dus) ook geen sprake.
5.De beslissing
binnen twee wekenna de datum van deze beschikking schriftelijk aan de rechtbank - ter attentie van de rekesten administratie van de afdeling privaatrecht, sectie handel & insolventie - de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
april tot en met juni 2022moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
17 maart 2022. [5]