ECLI:NL:RBNHO:2022:12392

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
9845852
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet bij een voetbalvereniging wegens overtreding van het protocol 'Omgang met minderjarigen'

In deze zaak gaat het om een ontslag op staande voet van een werknemer, [verzoeker], die als trainer/coach werkzaam was bij de amateurvoetbalvereniging Schagen United. De werkgever stelt dat er een dringende reden is voor het ontslag, omdat [verzoeker] zich niet heeft gehouden aan het protocol 'Omgang met minderjarigen'. De kantonrechter heeft de werkgever een bewijsopdracht gegeven om aan te tonen dat de dringende reden voor het ontslag aanwezig was. De werknemer heeft verzocht om het ontslag te vernietigen en om doorbetaling van loon. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven, omdat er een periode van onderzoek is geweest. De werkgever heeft op 8 april 2022 het ontslag gegeven, maar de kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende reden. De kantonrechter heeft de werkgever in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren en heeft een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij de werknemer recht heeft op doorbetaling van een deel van zijn loon tot de einddatum van zijn arbeidsovereenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9845852 \ AO VERZ 22-26 (PA)
Uitspraakdatum: 6 juli 2022
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. J.S. Dallinga
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Schagen United,
gevestigd te Schagen
verwerende partij
verder te noemen: Schagen United
gemachtigde: mr. R.M. Conijn
De zaak in het kort
Deze zaak gaat over een ontslag op staande voet. De werkgever, een voetbalvereniging, stelt dat er dringende reden is voor dat ontslag, omdat de werknemer in zijn functie als trainer/coach zich niet heeft gehouden aan het protocol “Omgang met minderjarigen”. De kantonrechter geeft de werkgever een bewijsopdracht. De loonvordering wordt bij wijze van voorlopige voorziening toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om een ontslag te vernietigen. Ook is een verzoek gedaan om een voorlopige voorziening te treffen. Schagen United heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 8 juni 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] heeft ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft [verzoeker] bij brief van 3 juni 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Schagen United is een amateur voetbalvereniging. De vereniging heeft als doel om de voetbalsport te bevorderen.
2.2.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] , is sinds 1 augustus 2018 in dienst bij Schagen United. De functie van [verzoeker] is Hoofd Jeugdopleiding Onderbouw en jeugdtrainer met een salaris van € 708,33 netto per maand te vermeerderen met vakantiegeld.
2.3.
Bij brief van 29 maart 2022 heeft [verzoeker] zijn arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 augustus 2022.
2.4.
Op 8 april 2022 is [verzoeker] op staande voet ontslagen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen en Schagen United te veroordelen tot doorbetaling van loon. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Volgens [verzoeker] heeft zich geen dringende reden voor een ontslag op staande voet voorgedaan en is dat ontslag ook niet onverwijld gegeven en meegedeeld.
3.2.
[verzoeker] heeft daarnaast een verzoek gedaan om bij wijze van voorlopige voorziening [1] Schagen United te veroordelen tot betaling van het loon vanaf 8 april 2022 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, met de wettelijke verhoging van 50% en wettelijke rente.
3.3.
Schagen United verweert zich tegen het verzoek. Zij voert aan – samengevat – dat sprake is van een dringende reden welke het ontslag op staande voet rechtvaardigt.

4.De beoordeling

het verzoek
4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd en of Schagen United moet worden veroordeeld tot doorbetaling van loon.
4.2.
De wettelijke regels voor ontslag op staande voet staan in het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Volgens die regels is zo’n ontslag alleen geldig als daarvoor een dringende reden bestaat. [2] In de wet worden voorbeelden genoemd van een dringende reden voor een ontslag op staande voet. Een dringende reden kan bijvoorbeeld zijn dat een werknemer grovelijk de plichten veronachtzaamt die de arbeidsovereenkomst hem oplegt. [3]
4.3.
De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Belangrijk is de aard en ernst van de dringende reden. Ook kunnen meespelen de duur van de dienstbetrekking en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Verder kan meewegen wat de gevolgen zijn voor de werknemer van een ontslag op staande voet. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor de werknemer, kan dat ontslag toch gerechtvaardigd zijn. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn vanwege de aard en de ernst van de dringende reden. [4]
4.4.
Verder is voor de geldigheid van een ontslag op staande voet vereist dat de arbeidsovereenkomst onverwijld wordt opgezegd, onder onverwijlde mededeling van de dringende reden daarvoor aan de werknemer. [5] Voor de vraag of het ontslag onverwijld is gegeven, is beslissend het tijdstip waarop de dringende reden tot dat ontslag ter kennis is gekomen van degene die bevoegd was het ontslag te verlenen. [6] De van een werkgever te vergen mate van voortvarendheid is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en omvang van een eventueel noodzakelijk onderzoek en de door de werkgever in acht te nemen zorg om te vermijden dat, als een vermoeden ongegrond blijkt, de werknemer in zijn gerechtvaardigde belangen zou worden geschaad. [7]
4.5.
De stelling van [verzoeker] dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, gaat niet op. Vast staat dat het bestuur van Schagen United op 11 maart 2022 een melding heeft gekregen via de vertrouwenspersoon en dat het bestuur deze melding op 13 maart 2022 met elkaar heeft besproken. Vervolgens is er op 29 maart 2022 een gesprek ingepland tussen Schagen United en [verzoeker] . Vlak voor het gesprek is er een tweede melding binnengekomen bij de vertrouwenspersoon en heeft [verzoeker] zijn arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 augustus 2022. Op 29 maart 2022 heeft het gesprek plaatsgevonden over de binnengekomen meldingen bij de vertrouwenspersoon. Schagen United heeft [verzoeker] op 29 maart 2022 vrijgesteld van werkzaamheden en de meldingen doorgestuurd aan het Instituut Sportrechtspraak (ISR) voor verder onderzoek. Vervolgens heeft er op 5 april 2022 een ouderbijeenkomst plaatsgevonden. Daar kwamen nieuwe meldingen naar voren. Die meldingen zijn op 5 en 6 april 2022 met alle bestuursleden besproken en toen is besloten om ontslag op staande voet te geven. Schagen United heeft op 7 april 2022 de ontslagbrief opgesteld en op 8 april 2022 is de brief getekend door de daartoe bevoegde persoon. Het ontslag is ook op 8 april 2022 aan [verzoeker] gegeven en de dringende reden is daarvoor gemeld. Gelet op deze gang van zaken heeft Schagen United voldoende voortvarend gehandeld met het geven van het ontslag op staande voet. De periode gelegen tussen 29 maart 2022 en 8 april 2022 heeft Schagen United immers gebruikt om nader onderzoek te laten verrichten door ISR, maar omdat er nieuwe meldingen zijn binnengekomen heeft Schagen United dat onderzoek niet afgewacht. Schagen United heeft de nieuwe meldingen besproken met alle bestuursleden op 5 april 2022 en 6 april 2022 en vervolgens is op 8 april 2022 het ontslag gegeven. Dat is voldoende voortvarend. De kantonrechter weegt daarbij mee dat het bestuur van Schagen United bestaat uit vrijwilligers die deze bestuurstaken naast hun eigen werk verrichten.
4.6.
Schagen United moet stellen en zo nodig bewijzen dat de dringende reden op het moment van het ontslag op staande voet aanwezig was [8] .
4.7.
Uit de ontslagbrief van 8 april 2022 blijkt dat de dringende reden die daarin wordt genoemd, is gelegen in de stelling dat [verzoeker] het protocol “Omgang met minderjarigen” heeft overtreden, in die zin dat hij zijn machtspositie heeft misbruikt naar de spelers toe en dat sprake is geweest van ongewenst gedrag richting minderjarige spelers.
4.8.
Ter ondersteuning van haar stelling heeft Schagen United de twee meldingen bij de vertrouwenspersoon genoemd en verwezen naar een e-mail van [naam 1] , Hoofd Jeugdopleiding Schagen United, waarin staat dat twee ouders aan hem hebben medegedeeld dat [verzoeker] tijdens gesprekken met spelers, naast voetbalvragen ook seksueel getinte vragen heeft gesteld. Verder verwijst Schagen United naar een e-mail van [naam 2] waarin staat dat [verzoeker] ongepaste seksuele vragen heeft gesteld aan een minderjarige speler. Tot slot verwijst Schagen United naar een WhatsApp-gesprek van de groep “JO-15-1 zonder trainers” waarin [verzoeker] tegen een speler zou hebben gezegd “nu gebruik je zeker je rechterhand”.
4.9.
Op basis van de e-mails en het WhatsApp-gesprek die tot dusverre zijn overgelegd, kan de kantonrechter niet tot het oordeel komen dat sprake is van een dringende reden zoals genoemd in de brief van 8 april 2022. Tegenover die verklaringen van Schagen United staat een ontkenning van [verzoeker] . Voor de verklaringen van [naam 1] en [naam 2] geldt dat geen van hen bij de interacties tussen [verzoeker] en de spelers aanwezig was en daarover dus niet uit eerste hand hebben kunnen verklaren. Het enige wat [verzoeker] erkent, is dat hij het woord “chickie” heeft gebruikt in een WhatsApp-gesprek met een speler.
4.10.
Op Schagen United rust het bewijs van haar stelling dat [verzoeker] het protocol “Omgang met minderjarigen” heeft overtreden, in die zin dat hij zijn machtspositie heeft misbruikt naar de spelers toe en dat sprake is geweest van ongewenst gedrag richting minderjarige spelers. Die gebeurtenissen leveren immers volgens Schagen United de dringende reden voor het ontslag op staande voet op. De kantonrechter zal Schagen United dan ook in de gelegenheid stellen om haar stellingen te bewijzen. Daartoe zal haar de na te melden bewijsopdracht worden verleend.
4.11.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
de voorlopige voorziening
4.12.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter om op grond van artikel 223 Rv voor de duur van de procedure een voorlopige voorziening te treffen, te weten dat Schagen United wordt veroordeeld tot doorbetaling van het loon. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet, en dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek. Schagen United stelt zich op het standpunt dat sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet, zodat geen reden bestaat de gevorderde voorlopige voorzieningen toe te wijzen.
4.13.
Op grond van artikel 223 Rv kan tijdens een aanhangig geding worden gevorderd dat de rechter een voorlopige voorziening treft voor de duur van het geding, indien deze vordering samenhangt met de hoofdvordering. Artikel 223 Rv is van overeenkomstige toepassing op een verzoekschriftprocedure als de onderhavige. [9] Het verzoek van [verzoeker] hangt samen met de hoofdvordering, nu in de hoofdzaak is verzocht om het ontslag op staande voet te vernietigen.
4.14.
[verzoeker] heeft een spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening, omdat het gaat om een verzoek tot loonbetaling na een ontslag op staande voet, en omdat – gelet op de omstandigheid dat aan bewijslevering wordt toegekomen – in de hoofdzaak op korte termijn geen einduitspraak zal worden gedaan. Gelet daarop zal op het verzoek om een voorlopige voorziening worden beslist.
4.15.
Voor toewijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening is vereist dat de aan het verzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat het verzoek in de hoofdzaak zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in deze zaak geen plaats. Dat moet gebeuren in de hoofdzaak. De beoordeling in deze zaak is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.16.
Het gaat in de zaak van de voorlopige voorziening om de vraag of het ontslag op staande voet – naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter – al dan niet rechtsgeldig is. In het kader van de gevraagde voorlopige voorziening is thans in onvoldoende mate komen vast te staan dat [verzoeker] het protocol “Omgang met minderjarigen” heeft overtreden. De kantonrechter verwijst daartoe naar hetgeen in de zaak van het verzoek is overwogen met betrekking tot de door partijen overgelegde verklaringen en de aan Schagen United gegeven bewijsopdracht. Het komt voor rekening en risico dat de dringende reden voor het ontslag op staande voet op dit moment nog niet vast staat. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een reëel restitutierisico in het geval dat [verzoeker] – nadat de door hem gevraagde voorlopige voorziening zou worden toegewezen - in de hoofdzaak in het ongelijk zou worden gesteld. Het gaat immers om een relatief korte periode omdat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] per 1 augustus 2022 al is geëindigd.
4.17.
Dat betekent dat het verzoek om een voorlopige voorziening zal worden toegewezen, in die zin dat een bedrag van € 468,33 netto per maand zal worden toegewezen. Schagen United heeft namelijk onbetwist gesteld dat het bedrag van € 708,33 netto is opgebouwd uit een netto onkostenvergoeding van € 240,00 en een netto loon inclusief vakantietoeslag en uren van € 468,33. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoeker] over de periode dat hij niet gewerkt heeft, geen recht op de onkostenvergoeding. Volgens de bijlage bij de arbeidsovereenkomst ziet dit bedrag immers onder meer op reiskosten en overige kosten. Schagen United zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van loon van € 468,33 netto per maand vanaf 8 april 2022 tot 1 augustus 2022. De hierover gevorderde wettelijke rente zal eveneens worden toegewezen. De verzochte wettelijke verhoging wordt in dit kort geding gematigd tot 10%.
4.18.
De proceskosten in de zaak van de voorlopige voorziening komen voor rekening van Schagen United, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
In de hoofdzaak
5.1.
draagt Schagen United op te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat [verzoeker] het protocol “Omgang met minderjarigen” heeft overtreden, in die zin dat hij zijn machtspositie heeft misbruikt naar de spelers toe en dat sprake is geweest van ongewenst gedrag richting minderjarige spelers;
5.2.
bepaalt dat schriftelijke bewijslevering plaatsvindt – door middel van het overleggen van stukken – vóór of uiterlijk op 3 augustus 2022;
5.3.
als Schagen United voor de bewijslevering getuigen wil laten horen, moeten uiterlijk op deze datum ook het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven, en de verhinderdata van
beidepartijen, de gemachtigden en – voor zover mogelijk – van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden vastgesteld;
5.4.
uitstel wordt in beginsel niet verleend. Bij gebreke van tijdig bericht van Schagen United wordt ervan uitgegaan dat zij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid tot bewijslevering;
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan;
In de voorlopige voorziening
5.6.
veroordeelt Schagen United tot betaling aan [verzoeker] het salaris van € 468,33 netto per maand vanaf 8 april 2022 tot 1 augustus 2022, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 10% en te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedoelde loon vanaf het tijdstip van opeisbaarheid;
5.7.
veroordeelt Schagen United in de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 498,00 voor salaris gemachtigde;
5.8.
verklaart de veroordeling onder 5.6. en 5.7. van deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 6 juli 2022 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
2.Artikel 7:677 lid 1 BW.
3.Artikel 7:678 lid 2, onderdeel k BW.
4.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 21 januari 2000, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2000:AA4436
5.Artikel 7:677 lid 1 BW.
6.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 27 april 2001, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2001:AB1347
7.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 februari 1980, te vinden in NJ 1980/328
8.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 18 januari 2019, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2019:55
9.Zie HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR: 2014:3533.