ECLI:NL:RBNHO:2022:11739

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
HAA 21/7196, 22/123, 22/124, 22/3304, 22/3840, 22/4183, 22/4761, 22/4762, 22/4763, 22/4809, 22/4882
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van verkeersbesluiten in verband met de Formula 1 Dutch Grand Prix en de gevolgen voor een strandpaviljoen

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland de beroepen van P aan Zee B.V. tegen verkeersbesluiten die zijn genomen door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem, en door de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland. De verkeersbesluiten zijn genomen in het kader van de Formula 1 Dutch Grand Prix in de jaren 2021 en 2022. Eiseres, die een strandpaviljoen exploiteert, stelt dat deze besluiten haar onderneming ernstig hebben benadeeld door de bereikbaarheid van haar paviljoen te beperken, wat heeft geleid tot omzetverlies. De rechtbank concludeert dat de verkeersbesluiten in stand kunnen blijven, omdat de bestuursorganen voldoende hebben gemotiveerd dat de genomen maatregelen noodzakelijk waren voor de veiligheid en doorstroming van verkeer tijdens het evenement. Eiseres kan achteraf een verzoek om nadeelcompensatie indienen, maar de rechtbank oordeelt dat er geen verplichting was om vooraf een compensatieregeling op te nemen in de besluiten. De rechtbank wijst de beroepen van eiseres af, waardoor de verkeersbesluiten van kracht blijven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 21/7196, HAA 22/123, HAA 22/124, 22/3304 , HAA 22/3840,
HAA 22/4183, 22/4761, HAA 22/4762, HAA 22/4763, HAA 22/4809 en HAA 22/4882

uitspraak van de meervoudige kamer van 30 december 2022 in de zaak tussen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
P aan Zee B.V., met vestiging in [plaats] , eiseres,
gemachtigde: mr. G.L.M. Teeuwen, advocaat te Amsterdam,
en
1. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort,
gemachtigde: mr. D.S.P. Roelands-Fransen, advocaat te Den Haag,
2. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal,
gemachtigde: mr. V.H.P.J. Lückers,
3. gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland,
gemachtigde: mr. A.F.P van Mierlo, advocaat te Haarlem,
4. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
gemachtigde: mr. D.S.P. Roelands-Fransen, advocaat te Den Haag,
tezamen ook aan te duiden als: verweerders.

Inleiding en procesverloop

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiseres tegen verkeersbesluiten genomen door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem en gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland. De bestuursorganen hebben de verkeersbesluiten getroffen in verband met de Grand Prix/formule 1-autoraces in Zandvoort in de jaren 2021 en 2022. Kern van het geschil betreft het standpunt van eiseres dat de verkeersbesluiten niet mochten worden genomen zonder dat voor haar een schadevergoedingsregeling was getroffen in verband met het feit dat haar strandpaviljoen in Overveen door de verkeersbesluiten niet of zeer slecht bereikbaar was voor haar clientèle, waardoor zij omzet heeft gemist. De rechtbank komt tot de conclusie dat de verkeersbesluiten in stand kunnen blijven. Die conclusie zal de rechtbank in deze uitspraak toelichten.
Het college van Zandvoort
2.1
Bij afzonderlijke besluiten van 7 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort (hierna: het college van Zandvoort) het verkeersbesluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2021 en het verkeersbesluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2021 (Side Events) genomen.
Met het besluit van 25 november 2021, verzonden op 30 november 2021, op het bezwaar van eiseres is het college van Zandvoort bij deze besluiten gebleven.
Eiseres is tegen het besluit van 25 november 2021 in beroep gegaan. Dit beroep is geregistreerd onder nummer HAA 21/7196.
Het college van Zandvoort heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.2
Bij afzonderlijke besluiten van 30 mei 2022 heeft het college van Zandvoort vier verkeersbesluiten genomen:
  • Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (spoorwegovergangen);
  • Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (campingbesluit);
  • Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (Side Events); en
  • Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022.
Eiseres heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt en het college van Zandvoort verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de rechtbank, als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
Bij brief verzonden op 22 juli 2022 heeft het college van Zandvoort de rechtbank bericht in te stemmen met rechtstreeks beroep en het bezwaarschrift aan de rechtbank gezonden. De rechtbank heeft de beroepen geregistreerd onder de nummers:
HAA 22/3304 (Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (spoorwegovergangen)),
HAA 22/4761 (Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (campingbesluit)),
HAA 22/4762 (Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (Side Events)) en
HAA 22/4763 (Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022).
Het college van Zandvoort heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
Het college van Bloemendaal
3.1
Bij besluit van 7 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal (hierna: het college van Bloemendaal) het verkeersbesluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2021 genomen.
Met het besluit van 22 december 2021 op het bezwaar van eiseres is het college van Bloemendaal bij zijn besluit gebleven.
Eiseres is tegen het besluit van 22 december 2021 in beroep gegaan. Dit beroep is geregistreerd onder nummer HAA 22/124.
Het college van Bloemendaal heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
3.2
Bij afzonderlijke besluiten van 30 mei 2022 heeft het college van Bloemendaal twee verkeersbesluiten genomen:
  • Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (spoorwegovergangen);
  • Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022.
Eiseres heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt en het college van Bloemendaal verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de rechtbank, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.
Bij brief verzonden op 17 augustus 2022 heeft het college van Bloemendaal de rechtbank bericht in te stemmen met rechtstreeks beroep en het bezwaarschrift aan de rechtbank gezonden. De rechtbank heeft de beroepen geregistreerd onder nummer HAA 22/4183 (Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (spoorwegovergangen) en HAA 22/4809 (Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022).
Het college van Bloemendaal heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
Gedeputeerde staten
4.1
Bij besluit van 30 mei 2021, gepubliceerd op 7 juni 2021, hebben gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland (hierna: gedeputeerde staten) het “Verkeersbesluit tot het plaatsen en verwijderen van diverse borden en het nemen van maatregelen op de N200 en N208 in verband met het evenement Formule 1 (Dutch Grand Prix) te Zandvoort” genomen.
Met het besluit van 27 december 2021 op het bezwaar van eiseres zijn gedeputeerde staten bij hun besluit gebleven.
Eiseres is tegen het besluit van 27 december 2021 in beroep gegaan. Dit beroep is geregistreerd onder nummer HAA 22/123.
Gedeputeerde staten hebben op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
4.2
Bij besluit van 19 mei 2022, gepubliceerd op 1 juni 2022, hebben gedeputeerde staten het “Verkeersbesluit voor het plaatsen en verwijderen van diverse borden en het nemen van maatregelen op de N200/N208 in verband met het evenement Formule 1 (Dutch Grand Prix) te Zandvoort” genomen.
Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en gedeputeerde staten verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de rechtbank, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.
Bij brief verzonden op 28 juli 2022 hebben gedeputeerde staten de rechtbank bericht in te stemmen met rechtstreeks beroep en het bezwaarschrift aan de rechtbank gezonden. De rechtbank heeft het beroep geregistreerd onder nummer HAA 22/3840.
Gedeputeerde staten hebben op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

Het college van Haarlem

5. Bij besluit van 17 mei 2022, gepubliceerd op 30 mei 2022, heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem (hierna: het college van Haarlem) het “Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022” genomen.
Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en het college van Haarlem verzocht om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de rechtbank, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.
Bij brief verzonden op 4 oktober 2022 heeft het college van Haarlem de rechtbank bericht in te stemmen met rechtstreeks beroep en het bezwaarschrift aan de rechtbank gezonden. De rechtbank heeft het beroep geregistreerd onder nummer HAA 22/4882.
Gebleken is dat de rechtbank dit rechtstreeks beroep per abuis tweemaal heeft geregistreerd. Het zaaknummer met HAA 22/4980 heeft de rechtbank om die reden vervallen verklaard. Het nummer is daarom ook niet opgenomen onder de zaaknummers waarop deze uitspraak ziet. In dit beroep is geen griffierecht geheven.
De zitting
6.1.
De rechtbank heeft de beroepen op 7 oktober 2022 gezamenlijk op zitting behandeld. Namens eiseres zijn verschenen [bestuurder] (indirect bestuurder van eiseres) en [controller] (controller, in dienst van eiseres), bijgestaan door de gemachtigde. Het college van Zandvoort is vertegenwoordigd door de gemachtigde, K.M. Sweering (programmamanager F1, in dienst van de gemeente Haarlem) en mr. drs. [jurist] (jurist, in dienst van de gemeente Haarlem). Het college van Bloemendaal is vertegenwoordigd door de gemachtigde (jurist, in dienst van de gemeente Bloemendaal) en [beleidsmedewerker] (beleidsmedewerker verkeer, in dienst van de gemeente Bloemendaal). Gedeputeerde staten zijn vertegenwoordigd door de gemachtigde (advocaat, in dienst van de provincie) en [verkeersmanager] (verkeersmanager, in dienst van de provincie). Het college van Haarlem is vertegenwoordigd door de gemachtigde en mr. drs. [jurist] (jurist, in dienst van de gemeente Haarlem).
6.2.
Ter zitting zijn gelijktijdig behandeld vijf beroepen van eiseres tegen evenementenvergunningen die de burgemeester van Zandvoort heeft verleend voor evenementen die rondom de in 2020, 2021 en 2022 (beoogde) edities van de Formula 1 Dutch Grand Prix zijn georganiseerd. Bij uitspraak van heden heeft de rechtbank ook op deze vijf beroepen uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

7. Eiseres exploiteert een horecaonderneming, een strandpaviljoen, op de locatie [adres] , [plaats] . Dat paviljoen is gelegen op een duin nabij Bloemendaal aan Zee. Het strandpaviljoen is per auto uitsluitend over de doodlopende Parnassiaweg bereikbaar, circa twee kilometer vanaf de provinciale weg N200, ter plaatse bekend als Zeeweg, overgaand in de Boulevard Barnaart. Bij het paviljoen is, in het duingebied, gelegen het parkeerterrein Parnassia. Met de door haar ingestelde beroepen bestrijdt eiseres de (in bezwaar gehandhaafde) verkeersbesluiten van gedeputeerde staten en de colleges van Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem. De verkeersbesluiten zijn alle genomen in verband met de in 2021 en 2022 (beoogde) Formula 1 Dutch Grand Prix: autoraces op het racecircuit in Zandvoort alsmede verschillende evenementen die in verband met de Formula 1 Dutch Grand Prix werden georganiseerd binnen de begrenzing van het circuit Zandvoort en in het centrum van Zandvoort.
De bestreden besluiten
Het college van Zandvoort
8.1.1
Bij de besluiten van 7 juni 2021 (het verkeersbesluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2021 en het verkeersbesluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2021 (Side Events)) heeft het college van Zandvoort voor de duur van het evenement – kort gezegd – in de gemeente Zandvoort een 30 km-zone ingesteld, wegen afgesloten, een verplichte rijrichting (ook eenrichtingverkeer) en parkeerverboden ingesteld. Verder zijn een voetpad en een verplicht fietspad opgeheven, is een verplicht fiets/bromfietspad ingesteld en is een taxistandplaats aangewezen. Het besluit Side Events ziet op de afsluiting van wegen en parkeerplaatsen in het centrum van Zandvoort (middels het instellen van parkeerverboden).
Bij de beslissing op bezwaar van 25 november 2021 heeft het college de besluiten van 7 juni 2021 gehandhaafd.
8.1.2
De afzonderlijke besluiten van 30 mei 2022 behelzen – voor de duur van het evenement – het volgende: het besluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (spoorwegovergangen) behelst de afsluiting van twee gelijkvloerse spoorwegovergangen (Van Lennepweg en Haltestraat) op de spoorlijn Amsterdam – Zandvoort. Bij het besluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (campingbesluit) heeft het college een verbod ingesteld om stil te staan en zijn parkeerverboden ingesteld op verschillende locaties in Zandvoort. Het besluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (Side Events) ziet op de afsluiting van wegen en parkeerplaatsen in het centrum van Zandvoort (door middel van het instellen van parkeerverboden). Bij het besluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 heeft het college in Zandvoort een 30 km-zone ingesteld, wegen afgesloten of een verplichte rijrichting (ook eenrichtingverkeer) en parkeerverboden ingesteld.
Het college van Bloemendaal
8.2.1
Het verkeersbesluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2021 van het college van Bloemendaal van 7 juni 2021 behelst – voor de duur van het evenement – onder meer een aantal wegafsluitingen en het sluiten van een aantal grote parkeerplaatsen bij de Zeeweg. Zo is een tijdelijk parkeerverbod (van maandag 30 augustus 2021 7.00 uur tot en met maandag 6 september 2021 20.00 uur) ingesteld voor het parkeerterrein Parnassia. Ook is een tijdelijk parkeerverbod ingesteld voor de gemeentelijke parkeerterreinen Bloemendaal P1, gelegen parallel aan de N200 (Zeeweg) en voor het parkeerterrein gelegen ter hoogte van het kruispunt N200 (Zeeweg) met de Parnassiaweg (P2). Beide parkeerverboden golden van woensdag 1 september 2021 7.00 uur tot en met maandag 6 september 20.00 uur of zo veel korter indien mogelijk of zo veel langer indien noodzakelijk.
Bij de beslissing op bezwaar van 22 december 2021 heeft het college het besluit van 7 juni 2021 gehandhaafd.
8.2.2
Het besluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 (spoorwegovergangen) van het college van Bloemendaal van 30 mei 2022 behelst – voor de duur van het evenement – de afsluiting van de gelijkvloerse spoorwegovergang Bloemendaalseweg op de spoorlijn Amsterdam – Zandvoort en de fysieke afsluiting (middels hekken) van station Overveen .
Bij het besluit Verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022 van 30 mei 2022 heeft het college van Bloemendaal een 30 km-zone ingesteld, wegen afgesloten of een verplichte rijrichting (ook eenrichtingverkeer) en parkeerverboden ingesteld. Ook zijn een verplicht fiets- en fiets-/bromfietspad ingesteld.
Gedeputeerde staten
8.3.1
Bij het “Verkeersbesluit tot het plaatsen en verwijderen van diverse borden en het nemen van maatregelen op de N200 en N208 in verband met het evenement Formule 1 (Dutch Grand Prix) te Zandvoort” van 30 mei 2021 hebben gedeputeerde staten – voor de duur van het evenement – de N200 gesloten ter hoogte van parkeerterrein P1, de fietsoversteek rotonde Brouwerskolkweg afgesloten en de N200 (overigens) afgesloten uitgezonderd voor ontheffinghouders. Er is verder eenrichtingsverkeer gedurende aangeduide tijdvakken ingesteld op het fietspad ten noorden van de N200. De linker rijstrook ten oosten van de Tetterodeweg in Overveen is afgesloten en er is een inhaalverbod ingesteld. Verder hebben gedeputeerde staten een parkeerverbod op de parkeergelegenheid langs de N200 ter hoogte van km 22.1-22.2 ingesteld. Op een deel van de N200 is een 30 km-zone en op een ander deel een 50 km-zone ingesteld. Verder is de N200 vanaf P1 en P2 gesloten met uitzondering van pendelbussen en touringcars en zijn de onderborden ‘uitgezonderd lijnbussen’ en ‘uitgezonderd fietsen’ op de busbaan verwijderd. Verder is een verplichte rijrichting (in westelijke richting) ingesteld vanaf P1. Vanaf km 25.0 is de N200 gesloten voor alle verkeer. Bij dit besluit is ook bepaald dat de rechtsaf-strook N208 richting de Leidsevaart fysiek wordt afgesloten.
Bij de beslissing op bezwaar van 27 december 2021 hebben gedeputeerde staten het besluit van 30 mei 2021 gehandhaafd.
8.3.2
Bij besluit van 19 mei 2022 hebben gedeputeerde staten het “Verkeersbesluit voor het plaatsen en verwijderen van diverse borden en het nemen van maatregelen op de N200/N208 in verband met het evenement Formule 1 (Dutch Grand Prix) te Zandvoort” genomen. Dit besluit is identiek aan het verkeersbesluit dat gedeputeerde staten genomen hebben in 2021.
Het college van Haarlem
8.4.
Bij besluit van 17 mei 2022 heeft het college van Haarlem het “Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Dutch Grand Prix 2022” genomen. Bij dit besluit heeft het college – voor de duur van het evenement – op enige wegen in Haarlem een 30 km-zone ingesteld en wegen afgesloten of een verplichte rijrichting (ook eenrichtingverkeer) ingesteld.
Procesbelang
9. De (in bezwaar gehandhaafde) verkeersbesluiten zijn inmiddels uitgewerkt omdat deze golden voor periodes – tijdens de races – in 2021 en 2022 die inmiddels voorbij zijn. Eiseres heeft echter (nog) procesbelang bij de beroepen. Daarbij is van belang dat aannemelijk is dat sprake is van terugkerende besluitvorming [1] nu de Formula 1 Dutch Grand Prix ook voor het jaar 2023 op de agenda staat. [2] Aannemelijk is voorts dat ook tijdens de komende edities van de Formula 1 Dutch Grand Prix (vergelijkbare) verkeersbesluiten zullen worden genomen als de onderhavige. Haar procesbelang vloeit daarnaast voort uit haar wens schadevergoedingsverzoeken in te dienen.
Belanghebbende
10.1
De rechtbank ziet zich ambtshalve gesteld voor de vraag of eiseres is aan te merken als belanghebbende bij de verkeersbesluiten. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. De rechtbank zal hierna toelichten hoe zij tot dat oordeel is gekomen.
10.2
Iemand is slechts belanghebbende bij een verkeersbesluit indien hij of zij een bijzonder, individueel belang heeft bij dat besluit, welk belang zich in voldoende mate onderscheidt van dat van andere personen/weggebruikers. [3] Als een verkeersbesluit directe gevolgen heeft voor het aantal verkeersbewegingen ter plaatse van de woning/het bedrijf van de betrokkene, dan kan deze worden aangemerkt als belanghebbende bij het verkeersbesluit. [4]
10.3
Eiseres stelt dat het strandpaviljoen als gevolg van de verkeersbesluiten van gedeputeerde staten en de colleges van Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem (vrijwel) volledig onbereikbaar werd voor gasten en leveranciers. Zij merkt daarbij op dat de maatregelen uit sommige van de verkeersbesluiten weliswaar op enige afstand van eiseres werden geëffectueerd, maar dat dit niet wegneemt dat de verkeersbesluiten op zichzelf en in gezamenlijkheid bezien ervoor zorgden dat eiseres voorafgaande aan, tijdens en na de Formula 1 Dutch Grand Prix van 2021 en 2022 volledig dan wel nagenoeg volledig onbereikbaar is geweest voor bezoekers. Daarbij geldt ook dat zij voor haar reguliere exploitatie met name afhankelijk is van gasten die per auto een bezoek brengen aan het strandpaviljoen, aldus steeds eiseres.
10.4
Duidelijk is dat niet elk genomen verkeersbesluit dezelfde impact heeft gehad op de bereikbaarheid van eiseres. De maatregelen die op grond van de verkeersbesluiten zijn getroffen, houden evenwel alle verband met elkaar in die zin dat ook met de verder weg getroffen maatregelen is beoogd de toegang tot het circuit Zandvoort alsmede het centrum van Zandvoort te reguleren en voor nagenoeg al het autoverkeer af te sluiten. Vast staat dat de bereikbaarheid van eiseres als gevolg van de maatregelen is ingeperkt; van een ongestoorde doorgang voor autoverkeer naar het strandpaviljoen is daardoor immers geen sprake geweest. Nu door de samenhang van de verkeersbesluiten niet is uitgesloten dat ook de verder weg getroffen maatregelen effect hebben gesorteerd op de bereikbaarheid van het strandpaviljoen van eiseres, is zij belanghebbende bij alle verkeersbesluiten.
Toetsingskader verkeersbesluit - evenredigheid
11. Het bestuursorgaan komt bij het nemen van een verkeersbesluit beoordelingsruimte toe. De absolute noodzaak van een verkeersbesluit hoeft niet te worden aangetoond. Voldoende is dat de aan het verkeersbesluit ten grondslag gelegde belangen, bedoeld in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, worden gediend en dat inzichtelijk is gemaakt dat deze belangen op een evenwichtige manier tegen elkaar zijn afgewogen.
12.1
Eiseres betwist op zich de noodzaak van de verkeersmaatregelen ten behoeve van de Formula 1 Dutch Grand Prix niet, maar zij acht de besluiten zonder dat op voorhand – in of bij de besluiten – een compensatieregeling voor haar is getroffen, getuigen van een onevenredige belangenafweging en daarom onredelijk. Zij voert in alle beroepen aan dat zij als gevolg van de verkeersbesluiten een relatief lange periode vrijwel volledig onbereikbaar is geweest voor gasten en leveranciers. Dat geldt zowel de toegangswegen als ook het parkeerterrein Parnassia nabij het strandpaviljoen. De afsluitingen golden, aldus eiseres, niet alleen voor autoverkeer maar ook voor fietsers en voetgangers. De afsluitingen vonden namelijk niet alleen plaats door hekken en borden, maar ook door verkeersregelaars die fietsers en voetgangers de doorgang vanaf de Zeeweg naar haar strandpaviljoen beletten. Het duingebied rond eiseres was op die manier volledig afgesloten. Eiseres was wel lopend bereikbaar via het strand, maar het strand was door de verkeersmaatregelen ook uiterst moeilijk te bereiken. Voorts waren de aankondigingsborden al enkele weken voor het evenement geplaatst zodat het leek of eiseres toen al niet bereikbaar was, wat ook een negatief effect op haar omzet heeft gehad. Haar omzet was in zowel het jaar 2021 als in 2022 aanzienlijk minder dan normaal in die periode van het jaar. Door haar afgelegen ligging trok eiseres ook geen bezoekers van de Formula 1 Dutch Grand Prix als alternatief voor de reguliere klandizie. Bovendien richt zij zich op ander publiek dan autoraceliefhebbers. In het mobiliteitsplan dat voor het evenement was opgesteld en waarin de verkeersmaatregelen zijn beschreven, is geen rekening gehouden met de belangen van alle belanghebbenden waaronder eiseres. Over het kunnen blijven exploiteren van haar onderneming of de te verwachte schade wordt met geen woord gerept. Bij andere evenementen is een zodanig verstrekkend besluit nooit genomen. De maatregelen zijn niet te scharen onder het normaal maatschappelijk risico. De bestuursorganen zijn vanwege het evenredigheidsbeginsel verplicht om benadeelden te compenseren door hiervoor een schaderegeling in de besluiten op te nemen. Ten onrechte ontbreekt een dergelijke regeling en ten onrechte bevatten de besluiten geen motivering inzake compenserende maatregelen ter voorkoming of beperking van schade. Eiseres vreest verder dat de afwikkeling een langdurig en gecompliceerd proces zal worden vanwege de vraag welk deel van de schade aan welk besluit (en welk bestuursorgaan) moet worden toegerekend. Eiseres heeft, zo stelt zij, al aangetoond dat zij vanwege de verkeersbesluiten ten behoeve van de Formula 1 Dutch Grand Prix 2021 flinke schade geleden. Zij heeft een financiële onderbouwing daarvan ingebracht. Daarom was er in 2022 des te meer reden om haar op voorhand compensatie in het vooruitzicht te stellen of een geldelijke compensatie of schadebeperkende maatregelen in de besluiten op te nemen. Omdat dit niet is gebeurd, ontberen de besluiten een deugdelijke motivering en een evenwichtige belangenafweging waardoor eiseres onevenredig in haar belangen is getroffen zodat de besluiten geen stand kunnen houden, aldus steeds eiseres.
12.2
De verweerders stellen – eveneens kort samengevat – dat zij tot de verkeersbesluiten hebben kunnen komen zonder daarbij (op voorhand) een (financiële) compensatieregeling voor eiseres te treffen. Daarbij achten zij van belang dat de maatregelen in de verkeersbesluiten hun grondslag vinden in het mobiliteitsplan [5] dat de exploitant van het racecircuit elk jaar in samenspraak met de betrokken bestuursorganen heeft opgesteld, waarbij voldoende rekening is gehouden met alle belangen. Het doel van de verkeersbesluiten is om de veiligheid op de weg te verzekeren, bezoekersverkeer in goede banen te leiden en de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de doorstroom van verkeer voor, tijdens en na het evenement te borgen. De verkeersbesluiten achten de verweerders hiervoor geschikt en ook noodzakelijk. Met minder omvangrijke maatregelen was dit doel niet te bereiken, met name gelet op de omvang van het evenement. Verder voeren zij aan dat eiseres niet op voorhand aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van schade van dien aard dat deze bij voorbaat, gelet op het evenredigheidsbeginsel, – zonder compensatiemaatregel – in de weg staat aan het nemen van de verkeersbesluiten. Van een situatie waarin de voortzetting van de onderneming in gevaar komt en bijvoorbeeld een faillissement dreigt [6] , is niet gebleken. Er is sprake van een kortdurend evenement dat (jaarlijks) enkele dagen in beslag neemt. De verkeersbesluiten hebben weliswaar invloed (gehad) op de bereikbaarheid van eiseres, maar zij is per fiets en te voet bereikbaar gebleven. Indien en voor zover eiseres ook voor voetgangers en fietsers feitelijk onbereikbaar is geweest, vindt dat niet zijn grondslag in de genomen verkeersbesluiten. De verweerders wijzen er daarnaast op dat eiseres voor elk van haar gasten telkens een ontheffing had kunnen vragen. Over de duur van de afsluiting voor autoverkeer, behoudens ontheffinghouders, kan verder geen misverstand bestaan omdat op de borden die enige tijd tevoren werden geplaatst, data en tijden van de afsluitingen stonden aangegeven. Verder wijzen de verweerders erop dat eiseres achteraf een verzoek om nadeelcompensatie in kan dienen. Daarbij geldt dat ook bij het ontbreken van een algemene of specifieke nadeelcompensatieregeling het égalité-beginsel nadeelcompensatie mogelijk maakt. Eiseres kan bij gedeputeerde staten schade claimen op grond van de Regeling Nadeelcompensatie Infrastructurele Werken provincie Noord-Holland 2007 (hierna: de Regeling Nadeelcompensatie) en bij de colleges nadeelcompensatie vragen met een beroep op het égalité-beginsel. Omdat eiseres om nadeelcompensatie kan verzoeken en haar schade op voorhand niet van dien aard is dat daarin direct had moeten worden voorzien, achten de verweerders de verkeersbesluiten niet vanwege het ontbreken van een daarin opgenomen compensatieregeling in strijd met artikel 3:4, tweede lid, Awb, waarin het evenredigheidsbeginsel is gecodificeerd.
12.3.1
Zoals onder 11 overwogen betreft het nemen van een verkeersbesluit een discretionaire bevoegdheid van – in dit geval – gedeputeerde staten en de colleges van Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem. Die bestuursorganen dienen bij het nemen van een verkeersbesluit, onder meer, op grond van artikel 3:4, tweede lid, Awb te betrekken of de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van het verkeersbesluit al dan niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Bij de beoordeling van de vraag of de verweerders de verkeersbesluiten in redelijkheid hebben kunnen vaststellen, dienden zij onder meer te onderzoeken welke schade voor eiseres als belanghebbende mogelijkerwijs kon optreden. Zij dienden voorts af te wegen of hierbij sprake is van schade van zodanige omvang dat het nemen van de verkeersbesluiten onevenredig zou zijn zonder vaststelling van compensatie vooraf. Bij de beoordeling van de vraag of de verweerders bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de verkeersbesluiten konden komen, kan – als eiseres tegemoetkoming in de schade niet vooraf van de verweerders kan verlangen – verder worden betrokken dat ten aanzien van mogelijk optredende schade als gevolg van die besluiten een toereikende regeling is getroffen voor de afhandeling van deze schade achteraf.
12.3.2
De verweerders hebben afdoende gemotiveerd dat niet aannemelijk is, dat sprake is van zodanig ernstige schade voor eiseres als gevolg van de verkeersbesluiten, dat deze besluiten niet genomen hadden mogen worden zonder daarin een compensatieregeling op te nemen. Hetgeen eiseres heeft aangevoerd, waaronder het door haar overgelegde gemotiveerde verzoek om nadeelcompensatie aan het college van Zandvoort met betrekking tot het verkeersbesluit dat ziet op het jaar 2021, maakt dit niet anders. Eiseres heeft het college van Zandvoort in het verzoek om nadeelcompensatie gevraagd om een vergoeding van € 27.000,- aan geleden schade, bestaande uit een bedrag van € 80.000,- aan omzetverlies, gecorrigeerd met bespaarde (variabele) kosten. Ter zitting heeft eiseres desgevraagd aangegeven dat zij jaarlijks een omzet heeft van ruim € 2,5 miljoen. Daaruit volgt dat met een omzetverlies van € 80.000,- niet aannemelijk is dat sprake is van een situatie waarin de voortzetting van de exploitatie van het strandpaviljoen als gevolg van de verkeersbesluiten zodanig in gevaar is gekomen dat die exploitatie geheel moet worden gestaakt en/of een faillissement dreigt. Bij het oordeel dat de verweerders in redelijkheid tot de verkeersbesluiten hebben kunnen komen, betrekt de rechtbank ook dat, zoals de colleges hebben aangegeven, voor eiseres de mogelijkheid bestaat zich tot hen te wenden met een verzoek om nadeelcompensatie in het geval zich na realisatie van de maatregelen die op grond van de verkeersbesluiten zijn getroffen, daadwerkelijk schade als gevolg daarvan mocht blijken. Voor wat betreft het verkeersbesluit van het college van Zandvoort over het jaar 2021 heeft eiseres van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt. [7] Ter zitting hebben gedeputeerde staten voorts meegedeeld dat eiseres bij hen één verzoek kan indienen op grond van de Regeling Nadeelcompensatie voor alle mogelijk door haar geleden schade en dat tussen de verweerders is afgesproken dat gedeputeerde staten voor wat betreft de afhandeling van eventuele verzoeken om nadeelcompensatie aan alle verweerders een coördinerende rol op zich zal nemen.
Motivering haaks op die van de burgemeester van de gemeente Zandvoort
13.1
In het beroep met zaaknummer HAA 21/7196 heeft eiseres nog aangevoerd dat de burgemeester van Zandvoort in de beslissing op bezwaar van 29 juli 2021, waarbij de evenementenvergunning voor het evenement Formula 1 Heineken Dutch Grand Prix 2020 – Race Festival is gehandhaafd, het advies van de bezwaaradviescommissie heeft overgenomen. In dat advies heeft de bezwaaradviescommissie overwogen dat de evenementenvergunning in strijd met het evenredigheidsbeginsel is verleend, omdat daarin geen nadeelcompensatieregeling was opgenomen.
13.2
De rechtbank volgt eiseres niet in deze beroepsgrond. Nog daargelaten dat het standpunt van een bestuursorgaan (de burgemeester) een ander bestuursorgaan (het college van burgemeester en wethouders) niet (zonder meer) bindt, berust het standpunt van eiseres op een onjuiste lezing van de beslissing op bezwaar van 29 juli 2021. De burgemeester van Zandvoort heeft in dat besluit, zoals het college van Zandvoort ook heeft aangegeven, het advies immers juist niet overgenomen, maar is daarvan gemotiveerd afgeweken.
14. Gelet op het voorgaande is van strijd met artikel 3:4, tweede lid, Awb niet gebleken en brengt hetgeen eiseres heeft aangevoerd, niet mee dat de verweerders de verkeersbesluiten in redelijkheid niet hebben kunnen nemen.

Conclusie en gevolgen

15. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de verkeersbesluiten in stand blijven. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H.M. Bruin, voorzitter, en mr. M.P.E. Oomens en mr. drs. J. de Vries, leden, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 30 december 2022.
Griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.Vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:164.
2.Na de zitting heeft de organisator in de pers ook bekendgemaakt dat er in de jaren 2024 en 2025 ook edities van de Formula 1 Dutch Grand Prix zullen volgen.
3.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX2597, 14 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:506, 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1541, en 29 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:3004.
4.Zie de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 december 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AU7945, 25 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX2597, 8 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1489, en 29 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:3004.
5.De mobiliteitsplannen voor het evenement Formula 1 Dutch Grand Prix voor de onderscheiden jaren had de burgemeester van Zandvoort overgelegd in de gelijktijdig behandelde beroepszaken over de evenementenvergunningen, zodat de rechtbank daarvan ook heeft kunnen kennisnemen.
6.Vergelijk de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 augustus 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AU0427.
7.De (bezwaar)procedure met betrekking tot dat besluit loopt thans nog.