ECLI:NL:RBNHO:2022:10893
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen en verzoek om dwangsom in belastingzaak
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal, naar aanleiding van een beschikking van 28 februari 2020 waarin de waarde van zijn onroerende zaak werd vastgesteld. Eiser heeft op 17 maart 2020 bezwaar gemaakt tegen deze waarde, maar heeft ook verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar. Eiser heeft op 21 mei 2021 beroep ingesteld omdat er geen tijdige beslissing was genomen. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en een vertegenwoordiger van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar pas in de beroepsfase rechtsgeldig aan eiser is bekendgemaakt. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank het beroep gegrond verklaarde, omdat er niet tijdig was beslist op het bezwaar van eiser. Eiser had recht op een dwangsom, die door de rechtbank is vastgesteld op € 1.442. Eiser verzocht ook om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar de rechtbank oordeelde dat deze schadevergoeding niet toewijsbaar was, omdat de termijnoverschrijding zich enkel in de bezwaarfase had voorgedaan en er geen rechtsmiddel was aangewend tegen de uitspraak in de hoofdzaak.
De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518 en heeft verweerder opgedragen het betaalde griffierecht van € 49 aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 6 december 2022 en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.