Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
Voorvragen
3.Standpunten van partijen
ongeoorloofdewerkzaamheid van Satudarah. Een ongeloorloofde werkzaamheid is dat wat de aanleiding is geweest voor de verbodenverklaring, in dit geval de zwaarwegende strafbare feiten zoals vastgesteld door de rechtbank, het Hof en de Hoge Raad. Van het plegen van dergelijke feiten door de leden van Singa 19 blijkt in het geheel niet, aldus de raadsman. Van een voortzetting van de werkzaamheid van Satudarah is zijns inziens dan ook geen sprake.
“Wanneer een verboden groepering voortgaat op een wijze die niet strijdig is met de openbare orde, zie ik geen reden om artikel 140, tweede lid toe te passen. Als alleen de politieke werkzaamheid wordt voortgezet en niet bij voorbeeld de discriminatie, dan wordt daarmee de werkzaamheid geoorloofd, want er is dan geen voortzetting meer van de ongeoorloofde werkzaamheid.” [1]