ECLI:NL:RBNHO:2021:12011
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor splitsing bovenwoning in Haarlem met betrekking tot parkeeronderzoeken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. De eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het splitsen van een bovenwoning in twee woningen op een perceel in Haarlem. Het college weigerde deze vergunning bij besluit van 26 juni 2019, omdat het bouwplan in strijd zou zijn met de parkeernormen zoals vastgelegd in het parapluplan parkeernormen Haarlem 2018. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat in parkeeronderzoeken alleen naar de legale situatie gekeken dient te worden. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die stelde dat het parkeeronderzoek van Meetel representatief was en dat Canadees parkeren in de parkeercapaciteit moest worden meegenomen, verworpen. De rechtbank concludeerde dat het college voldoende onderbouwing had geleverd voor zijn standpunt en dat de cijfers van Trajan, die de legale parkeersituatie in kaart brachten, als uitgangspunt mochten dienen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de goede procesorde niet in de weg stond aan het betrekken van aanvullende stukken die door het college waren ingediend. De uitspraak benadrukt het belang van het onderscheid tussen formele en informele parkeercapaciteit en bevestigt dat illegale parkeersituaties niet als basis voor vergunningverlening kunnen dienen.