Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 oktober 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Noord-Holland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 26 oktober 2020, staat de aanvraag van eiseres om kwijtschelding van haar studieschuld centraal. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde H. de Groot, had eerder een verzoek tot kwijtschelding ingediend bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die dit verzoek op 23 januari 2020 afwees. Eiseres ging in beroep tegen deze afwijzing, waarbij verweerder, vertegenwoordigd door mr. P.E. Merema, een verweerschrift indiende. De zitting vond plaats op 4 september 2020 via Skype.
De rechtbank overweegt dat de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding is gebaseerd op een medisch advies dat aangeeft dat eiseres lijdt aan CVS/ME en orthostatische intolerantie, maar niet voldoet aan de criteria voor kwijtschelding zoals vastgelegd in de Wet studiefinanciering 2000. De rechtbank concludeert dat eiseres niet in aanmerking komt voor kwijtschelding op medische gronden, omdat haar situatie niet valt onder de vier beschreven categorieën in het beleid van verweerder. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de medische situatie van eiseres niet voldoet aan de vereisten.
De rechtbank oordeelt verder dat eiseres geen andere omstandigheden heeft aangevoerd die tot kwijtschelding zouden kunnen leiden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, en bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Tevens wordt verweerder opgedragen het griffierecht van € 48,- aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.