Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[naam] Sloopwerken B.V.,
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
€ 25.000,00 bruto, op grond van artikel 7:673 lid 9 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst na 9 december 2019 het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster] , nu [verweerster] de arbeidsovereenkomst niet heeft voortgezet vanwege de arbeidsbeperkingen die [verzoeker] als gevolg van het bedrijfsongeval heeft opgelopen. Dit is volgens [verzoeker] in strijd met artikel 4 van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (hierna: Wgbh/cz).
4.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34 en pag. 113). Er kan alleen dan een billijke vergoeding worden toegekend als het ontslag is toe te rekenen aan het ernstig verwijtbaar handelen van een werkgever. Dat betekent in het geval van artikel 7:673 lid 9 BW dat voldoende moet komen vast te staan dat het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever de oorzaak is van het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.
Colliers)).
Kamerstukken II, 2001-2002, 28 169, nr. 3, pag. 9). Het begrip ‘handicap’ en
‘disability’van Richtlijn 2000/78/EG moet volgens rechtspraak van het Hof van Justitie EU (hierna: HvJEU) worden opgevat als een beperking die met name het gevolg is van langdurige lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen die in wisselwerking met diverse drempels de betrokkene kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met andere werknemers aan het beroepsleven deel te nemen. Het begrip ‘handicap’ heeft niet alleen betrekking op de onmogelijkheid om een beroepsactiviteit uit te oefenen, maar ook op belemmeringen bij het uitoefenen van een dergelijke activiteit, waarbij de oorzaak van de handicap niet van belang is (zie de uitspraken van het HvJEU van 11 april 2013, C-335/11, gepubliceerd in JAR 2013/142 (
HK Danmark) en van 18 december 2014, C-354/13, gepubliceerd in JAR 2015/37 (
Kaltoft)).
Kamerstukken II, 2001-2002, 28 169, nr. 3, pag. 1-2). Ook staat voldoende vast dat het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] de oorzaak is van het niet verlengen en niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.
New Hairstyle)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.