[A] als reden voor het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst het
gezondheidsrisico van [appellant] genoemd.
(xi) Bij e-mail van 5 maart 2010 vraagt [appellant] de Stichting hem bij het
UWV aan te melden om in aanmerking te komen voor een ziektewetuitkering met
de toevoeging “dus geen WW dan zou ik vier keer per maand moeten solliciteren; de uitkering wordt ook niet op jullie verhaald, zoals wel het geval zou zijn bij de WW”.
(xii) Van 11 maart 2010 tot 1 mei 2011 heeft [appellant] een uitkering op grond van de
Ziektewet ontvangen. Vanaf 1 mei 2011 achtte het UWV [appellant] volledig
arbeidsgeschikt. [appellant] voldeed niet aan de voor een WW-uitkering vereiste 26-
wekeneis.
(xiii) Op 28 januari 2013 heeft het College voor de Rechten van de Mens op het
verzoek van [appellant] van 3 augustus 2012 geoordeeld dat de Stichting een
verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte heeft gemaakt
door de arbeidsovereenkomst met [appellant] niet te verlengen.
Het College overweegt daartoe:
“
De hartaandoening van de man is een chronische ziekte. Het betrokken bestuurslid
heeft ter zitting bevestigd dat zij aan de echtgenote van de man heeft verteld dat zijn
arbeidsovereenkomst niet werd verlengd in verband niet het ziekterisico. Het
College oordeelt dat deze mededeling kan doen vermoeden dat de ziekte van de man
(mede) een rol heeft gespeeld bij de niet-verlenging. Dat betekent dat de stichting
moet bewijzen dat de hartaandoening geen rol heeft gespeeld bij de niet-verlenging.
De stichting heeft aangevoerd dat de werkelijke reden voor de niet-verlenging was
dat de man niet in het team paste. Hij was volgens de stichting eigenwijs en
bemoeide zich met teveel zaken. Zijn ziekte is als reden genoemd, omdat de stichting
bang was dat de werkelijke reden stress zou geven voor de man die nog herstellende
was. Het College stelt vast dat de man gedurende het dienstverband nooit is
aangesproken op zijn gedrag. Ook is deze reden na de beslissing over de niet verlenging hem nooit verteld en over de reden voor de niet-verlenging van de
arbeidsovereenkomst is niets opgenomen in de notulen van de bestuursvergadering.
Het College oordeelt dat de stichting niet heeft bewezen dat de hartaandoening niet
(mede) een rol heeft gespeeld bij de beslissing om de arbeidsovereenkomst niet te
verlengen.”
(xiv) De Stichting heeft een verzuimverzekering ten behoeve van haar
medewerkers afgesloten, die 10 dagen na ingang van de arbeidsongeschiktheid
ingaat.