ECLI:NL:RBNHO:2020:5303
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-uitkering op basis van medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Seme, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die door verweerder op 9 november 2018 werd afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 16 juli 2019 ongegrond verklaard, waarna zij beroep instelde. Tijdens de zitting op 17 juni 2020 werd eiseres bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door P. Nicolai.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres sinds 2007 werkzaam is bij een bedrijf en zich in 2016 ziekmeldde na een verkeersongeval. De verzekeringsarts van verweerder concludeerde dat eiseres beperkingen had, maar dat deze niet objectief medisch konden worden aangetoond. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de FML aangepast, maar eiseres was het niet eens met de conclusies en stelde dat haar klachten onvoldoende waren meegenomen.
De rechtbank oordeelde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat de conclusies van de verzekeringsartsen voldoende gemotiveerd waren. Eiseres had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die haar standpunt onderbouwden. De rechtbank concludeerde dat verweerder de voor eiseres geldende beperkingen niet had onderschat en dat de geduide functies passend waren. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.