In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over het verzoek van [werkneemster] om de opzegging van haar arbeidsovereenkomst te vernietigen. [werkneemster] was sinds 29 mei 2017 in dienst bij [werkgever] als schoonmaakmedewerkster, maar werd op 11 november 2019 door [werkgever] opgezegd. [werkneemster] betwistte de opzegging en stelde dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat de arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 7:671 BW was opgezegd. De kantonrechter heeft het verzoek van [werkneemster] om de opzegging te vernietigen toegewezen en [werkgever] veroordeeld tot wedertewerkstelling zodra [werkneemster] zich weer arbeidsgeschikt meldt. Tevens zijn de proceskosten voor rekening van [werkgever] gesteld. Het tegenverzoek van [werkgever] om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding werd afgewezen, omdat er geen redelijke grond voor ontbinding was.