ECLI:NL:RBNHO:2019:984
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.E. Fortuin
- M. Kraefft
- A.T.B. de Vries
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire strafontslag van ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim en misbruik van middelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de Staatssecretaris van Financiën. De ambtenaar, eiser, was werkzaam bij de Belastingdienst en kreeg een disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd wegens ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit ongeoorloofde afwezigheid, onjuiste tijd- en verlofregistratie, misbruik van een OV-kaart en onterechte reisdeclaraties. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zich in de periode van 20 november 2016 tot 20 november 2017 in totaal 1.110 uur ongeoorloofd afwezig heeft gehouden en dat hij zijn aanwezigheid in het tijdregistratiesysteem opzettelijk verkeerd heeft geregistreerd.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat zijn gedragingen niet volledig aan hem konden worden toegerekend vanwege psychische problemen, niet overtuigend geacht. Eiser had geen medische informatie overgelegd die zijn stelling onderbouwde. De rechtbank oordeelde dat eiser wel degelijk inzag dat zijn gedrag ontoelaatbaar was en dat het plichtsverzuim hem kon worden toegerekend. De rechtbank heeft de besluiten van de Staatssecretaris om het ontslag en de terugvordering van een bedrag van € 22.026,22 te handhaven, in stand gelaten. Eiser heeft geen gronden aangevoerd die de rechtbank deden twijfelen aan de rechtmatigheid van de besluiten.
De rechtbank verklaarde de beroepen van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.