Uitspraak
“ONDERGETEKENDEN:
“Vennootschap”
“Opdrachtnemer”;
Artikel 5 Vergoeding
STANDAARDREGELS EN - VOORWAARDEN VENNOOTSCHAP
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] BV en de inspecteur van de Belastingdienst over de kwalificatie van de rechtsverhouding tussen eiseres en haar 'independent contractors' (IC's). De rechtbank oordeelde dat er sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, waarbij aan alle vereisten is voldaan: de verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid, het gedurende zekere tijd verrichten van arbeid, de verplichting loon te betalen, en het aanwezig zijn van een gezagsverhouding. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag loonheffingen die door de Belastingdienst was opgelegd over het tijdvak van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014, en stelde dat er geen sprake was van een dienstbetrekking. De rechtbank verwierp dit standpunt en concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Eiseres had ook aangevoerd dat de naheffingsaanslag in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor deze claim. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.