In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een bewoner van Hoofddorp-Noord en de besliscommissie van het Schadeschap Luchthaven Schiphol. De eiser, een bewoner, heeft schadevergoeding geëist vanwege hinder door grondgeluid van vliegtuigen die starten op de Polderbaan, die in gebruik is genomen op 1 november 2003. De eiser stelt dat deze hinder heeft geleid tot waardevermindering van zijn woning. De rechtbank oordeelt dat de besliscommissie onvoldoende heeft onderbouwd of er daadwerkelijk sprake is van waardevermindering door het grondgeluid. De rechtbank vernietigt de besluiten van het Schadeschap en draagt hen op om een nieuw besluit te nemen, waarbij zij rekening moeten houden met de specifieke situatie van de eiser. Tevens wordt het Schadeschap veroordeeld tot betaling van een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar van de eiser, en tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt de schadevergoeding vast op € 1.500,00 en veroordeelt het Schadeschap tot vergoeding van de proceskosten van de eiser.