1.2Op 22 september 2015 heeft derde-partij verweerder verzocht een ontheffing te
verlenen om verjaging met ondersteunend afschot te kunnen uitvoeren ter voorkoming en bestrijding van schade veroorzaakt door smienten. Smienten overwinteren in Nederland.
2. Verweerder heeft de gevraagde ontheffing verleend. De ontheffing die thans is verleend, ziet op het doden van smienten ter voorkoming en bestrijding van schade aan in de ontheffing genoemde gewassen in tweeëntwintig in de ontheffing genoemde WBE’s vanaf zonsopkomst tot een uur daarna en vanaf een uur voor zonsondergang tot zonsondergang met gebruikmaking van de middelen geweer en hond. De ontheffing is geldig tot 15 april 2019 en kan jaarlijks worden gebruikt in de periode vanaf 1 oktober tot 1 april. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de verleende ontheffing in stand gelaten met toepassing van de
Wet natuurbescherming (Wnb) die op 1 januari 2017 inwerking is getreden.
3. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht de werking van het bestreden
besluit op te schorten, zodat de ontheffing geschorst wordt totdat op het beroep is beslist.
4. Op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Wnb is het verboden opzettelijk van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de
Vogelrichtlijn te doden.
Op grond van artikel 3.3, eerste lid, van de Wnb kunnen gedeputeerde staten ontheffing
verlenen van het verbod van artikel 3.1 ten aanzien van vogels van daarbij aangewezen soorten.
Op grond van artikel 3.3, vierde lid, van de Wnb wordt een ontheffing of vrijstelling
uitsluitend verleend indien is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:
a. er bestaat geen andere bevredigende oplossing;
b. zij is nodig:
(..)
3°. ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen
(..)
c. de maatregelen leiden niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de
desbetreffende soort.
Op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wnb wordt onder de staat van instandhouding van een soort verstaan: effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en grootte van de populaties van die soort op het grondgebied.
De staat van instandhouding van de smient.